• Je kunt benoemen wat je uit je hoofd moet kennen rondom de naamvallen.
1 / 44
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Logo.de - sehen
Einleitung - Landeskunde (+1.1; 2.1) - besprechen
Naamvallen wiederholen
Aufgaben 3.3
Wörter A - Aufgabe 3.4 - Auch lernen Wörter A
Programm
Lernziele für heute:
Wörter
• Je kent de woorden uit woordenlijst A
Grammatik
• Je kunt benoemen wat je uit je hoofd moet kennen rondom de naamvallen.
Slide 1 - Slide
Aufgabe 1.1
b
1. Ze rijden soortgelijke routes langs haltes.
2. Haalt elektriciteit uit een bovenleiding.
3. O-Bus rijdt niet op rails.
4. 154 haltes.
5. De O-Bus is schoon ('sauber') en stil ('leise').
Slide 2 - Slide
2,1
Slide 3 - Slide
2. Naar Karinthië, Slovenië, Kroatië en (Oost-)Italië.
3. Als er maar één buis is, rijden tegenliggers heel dicht bij elkaar en kan er makkelijk een ongeluk gebeuren. Met twee buizen is dat risico er niet meer.
Slide 4 - Slide
Grammatik: naamvallen
Voorkennis: Wat zijn de naamvallen?
Om het correct te kunnen invullen, zul je het een en ander uit je hoofd moeten leren.