This lesson contains 15 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Les 8 multiculturele samenleving
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Multiculturele samenleving
Multiculturele samenleving
Subculturen
Slide 3 - Slide
Allochtoon of autochtoon?
Wie van jullie is een allochtoon?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Er zijn 3 manieren om in te burgeren
integratie
assimilatie
segregatie
Slide 6 - Slide
Integratie
Je past je gedeeltelijk aan de nieuwe cultuur aan.
Nieuwkomers nemen de Nederlandse gewoonten over, maar houden ook veel dingen van hun eigen cultuur.
Bijv. je leert wel de taal, maar behoudt je geloof.
Slide 7 - Slide
Assimilatie
Je past je (bijna) volledig aan de nieuwe cultuur aan.
Nieuwkomers vervangen heel veel van hun cultuur door de cultuur van het land waar ze gaan wonen (=dominante cultuur). De eigen gewoonten en tradities, bijvoorbeeld naar de moskee gaan, worden dan losgelaten.
Slide 8 - Slide
Segregatie
Mensen gaan in gebieden wonen waar veel mensen van hun eigen cultuur wonen
Nieuwkomers passen zich niet aan. Hierdoor hebben bevolkingsgroepen weinig contact met elkaar en is er een grote scheiding tussen bevolkingsgroepen. Bijvoorbeeld wijken waar vooral migranten wonen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Vooroordelen
Mensen die elkaar voor het eerst zien doen meestal aan “etiketten plakken”: zij hebben een vooroordeel over een ander.
Een vooroordeel = een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent.
Slide 11 - Slide
Stereotypen
Soms hebben mensen een stereotype: een oordeel over een grote groep mensen, op basis van iets dat je van 1 iemand weet.
Bv. je kent 1 luie mavo 3 leerling, dus “alle mavo 3 leerlingen zijn lui”.
Slide 12 - Slide
Discriminatie
Soms is er sprake van discriminatie: mensen anders behandelen in dezelfde situaties. Dat kan op basis van:
Culturele achtergrond: bv een Turkse man wordt niet aangenomen voor een baan, alleen maar omdat hij Turks is.
Uiterlijk: iemand die dik is wordt niet aangenomen voor een baan, want die zal “wel lui” zijn.
Geslacht /geaardheid: een homoseksueel persoon wordt geweigerd als docent
Leeftijd: iemand van 60 krijgt geen baan, want hij is “te oud”.
Slide 13 - Slide
Tolerant
Soms zijn mensen juist heel tolerant: je staat open voor de waarden en normen van andere mensen.
Als je tolerant bent, toon je respect: je laat een ander in zijn of haar waarde.