Ga zitten, pak je leesboek. We starten met 15 min lezen.
Nederlands havo 4
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 10 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Ga zitten, pak je leesboek. We starten met 15 min lezen.
Nederlands havo 4
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
timer
15:00
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Tekstbegrip
Ik ken de begrippen van Tekstbegrip uit P1 en kan deze toepassen.
Ik kan het stappenplan toepassen.
Ik kan het schrijfdoel en de tekstsoort bepalen.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Opdracht 2
We bekijken de tekst samen.
Wie vliegt er wel eens?
Wat kost een ticket?
Hoe komt dat?
Welke vragen zou de tekst nog meer kunnen beantwoorden?
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Opdracht
Lees de tekst verder volgens het stappenplan.
Maak dit zichtbaar op je tekst (markeer en schrijf)
Klaar? Begin met de vragen (8 en 9 niet verplicht)
timer
10:00
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Opdracht
Vergelijk en bespreek in tweetallen
Kijk na via de studiewijzer (Leesvaardigheid H2 P5 opdr. 2 antw): maak zichtbaar met een andere kleur/strepen
Beantwoord in tweetal de vragen
We gaan zo een paar vragen bespreken
timer
10:00
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Bespreken
2. 'ik en mijn gezin' = ?
3. hoe het komt dat vliegen zo goedkoop is = ?
4. de uitleg staat na de zin en is?
5. strekking betekent samenvatting. Er worden voorbeelden gegeven. Waarvan zijn ze een voorbeeld?
6. let op de signaalwoorden
7. er worden voorbeelden gegeven ter onderbouwing van?
Slide 7 - Slide
2. een voorbeeld
3. verschijnsel
4.We zetten moderne, zuinige toestellen in, die minder brandstof gebruiken. Ook vliegen we op kleinere en dus goedkopere vliegvelden van populaire bestemmingen.
5. Naast prijsbeukers zijn ook veel landen een bedreiging voor de gevestigde orde door hun miljoenensubsidies aan de luchtvaartsector. (18 woorden) / door hun miljoenensubsidies aan nationale luchtvaartmaatschappijen, vliegtuigfabrieken en vliegvelden. (21 woorden)
6. Er wordt geen belasting geheven op verkochte producten (belastingvrij winkelen), op brandstof voor de vliegtuigen (belastingvrije kerosine) en op vervoersbewijzen (belastingvrije tickets).
7. De militaire en de civiele luchtvaart waren erg belangrijk, bijvoorbeeld voor het systeem van binnenlandse luchtpost (Amerika) en voor het bestuur van een uitgebreid koloniaal imperium (Nederland en Groot-Brittannië). Daarvoor was veel geld nodig.
Bespreken
10. Hiermee wordt bedoeld dat...?
11. 'zo'n aanpak' verwijst terug, waarnaar?
12. De manier waarop de klant dat terugverdient is...?
13. er worden argumenten gegeven bij een standpunt. Daarnaast leest de lezer iets, dus?
Slide 8 - Slide
10 de basis/het fundament onder de hele luchtvaartsector weghalen
11 Dat is een aanpak die milieuvriendelijk/duurzaam is (‘groen’) en die door de vrije markt geregeld wordt, zonder ingrepen van de overheid (‘liberaal’ verwijst naar het liberale principe dat de overheid zich terughoudend opstelt en de markt zijn gang laat gaan).
12 De auteur gaat ervan uit dat de overheid minder belasting aan de burgers hoeft op te leggen vanwege de extra belastinginkomsten uit de luchtvaartsector en de besparing op subsidies.
13 B de lezer te informeren over de financiële steun aan de luchtvaartsector en de lezer ervan te overtuigen dat het afschaffen van deze steun tot een eerlijke luchtvaartsector leidt.