4H: [66] opbouw van argumentatie

4H: [66] opbouw van argumentatie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4H: [66] opbouw van argumentatie

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Je kan de verschillende soorten argumenten herkennen in een betoog. 
- Je weet op welke drie manieren een argument opgebouwd kan zijn. 

Slide 3 - Slide

Welke soorten argumenten ken je? (p.224-225)

Slide 4 - Open question

[66] Opbouw van argumentatie
Argumentatie: het standpunt en het geheel van argumenten dat dit standpunt ondersteunt of ontkracht (tegenargumenten)

Drie manieren om een argumentatie op te bouwen: 
1. het 'want'-type.
2. het 'dus'-type.
3. een mengvorm van het 'want'- en het 'dus'-type.

Slide 5 - Slide

[66] Opbouw van argumentatie
1. het 'want'-type:

Standpunt > WANT > argumenten 

Andere signaalwoorden die een oorzakelijk of redengevend verband aangeven: omdat, daarom, immers, namelijk, hierdoor, zodoende, vanwege, aangezien, doordat, daardoor, zodat, waardoor, ten gevolge van, hierdoor, vanwege, te danken aan, te wijten aan.  

Slide 6 - Slide

[66] Opbouw van argumentatie
2. het 'dus'-type:

Argumenten > DUS > conclusie (= standpunt)

Andere signaalwoorden met een concluderend verband: als, dus, kortom, concluderend. 

Slide 7 - Slide

[66] Opbouw van argumentatie
3. een mengvorm van het 'want'- en het 'dus'-type.

Standpunt > WANT > argumenten > DUS > conclusie

Met name nuttig in langere teksten met uitgebreide argumentaties. 

Slide 8 - Slide

Maak opdracht 3 (p.178-179)
Werk 10 minuten in volledige stilte!
= huiswerk: begin volgende les kijken we  de opdracht na.

Vraag 3.6: zie [71] voor uitleg (p.233-234)
Vraag 3.9: zie [67] voor uitleg (p. 228-229)
Vraag 3.10: zie [67] voor uitleg (p. 228-229
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Maak opdracht 3 (p.178-179)
Overleg alleen rustig fluisterend!
= huiswerk: begin volgende les kijken we de opdracht na.

Vraag 3.6: zie [71] voor uitleg (p.233-234)
Vraag 3.9: zie [67] voor uitleg (p. 228-229)

Slide 10 - Slide

Lesdoelen
- Je kan de verschillende soorten argumenten herkennen in een betoog. 
- Je weet op welke drie manieren een argument opgebouwd kan zijn. 

Slide 11 - Slide


Hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Nakijken opdracht 3 (p.178-179)

Slide 13 - Slide