Schijf van 5 JdW

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Schijf van vijf

Schijf van vijf

Lesdoelen 

Aan het einde van les...

• kan je in je eigen woorden beschrijven wat is de doel van de schijf van vijf
• kan je de producten in de juiste vak koppelen
• je weet je de basisregels van de schijf van vijf
• je weet het verschil tussen verzadigd en onverzadigd vet. 

• Groente en fruit (200-250 gram per dag)
  
  
• Brood, graanproducten en aardappelen (volkoren producten. Witte producten zijn niet toegestaan in schijf van vijf)
  
  
• Zuivel, noten, vis, peulvruchten, vlees en ei (mager vlees)
  
  
• Smeer- en bereidingsvetten (oliën, bak- en braadproducten)
  
  
• Dranken (water, koffie, thee)
  

 

De vakken

Smeer en bereidingsvetten:
- Vitamine A, D, E
- oliën, boter, bak- en braad 

Vis, peulvreuchten...:
- eiwitten. Ijzer en vitamine B12

- Vette vis is het beste (haring, makreel, zalm)

Brood, graan, aardappelen
- volkoren producten beste. Witte  producten niet toegestaan

Verzadigd en onverzadigd

Geel: verzadigd vet
Groen: onverzadigd vet

Verzadigd vet = Verkeerd
Onverzadigd vet = Oké

Verzadigd vet = verkeerd cholesterol. 

Basisregels 

1. Eet gevarieerd - Eet niet iedere dag hetzelfde, anders krijg je onvoldoende voedingsstoffen binnen.
   
   
2. Eet niet te veel en beweeg voldoende - Wanneer je meer energie binnenkrijgt dan je verbrandt, neemt je gewicht toe en word je dus zwaarder.
   
   
3. Eet minder verzadigd vet - Onthoud: onverzadigd vet = oké en verzadigd vet = verkeerd.
   
   
4. Eet veel groente, fruit en brood - Veel groente en fruit eten verkleint het risico op hart- en vaatziekten en sommige soorten kanker.
   
   
5. Eet veilig - Eten kan besmet zijn of raken met ziekteverwekkers. Let daarom goed op.
   

Wel in de schijf van 5

Niet in de schijf van 5

De schijf van vijf heeft gek genoeg:

1. 6 vakken
2. 5 vakken
3. 4 vakken
4. 7 vakken

Je kan beter verzadigd vet ipv onverzadigd vet nemen

1. Juist
2. Onjuist

Tijd voor praktijk

Wat is je bijgebleven van deze les?
Wat heb je geleerd?

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.