Pluriforme Samenleving Oefentoets Mavo 3

Oefentoets Hoofdstuk 6 Pluriforme Samenleving
Mavo 3 - Maart 2024
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets Hoofdstuk 6 Pluriforme Samenleving
Mavo 3 - Maart 2024

Slide 1 - Slide

PTA Pluriforme samenleving 
Deze oefentoets bestaat uit 22 vragen. Als meer dan 25% van de klas een vraag fout heeft dan volgt er een uitleg.  

Tijd:                          30 min

timer
0:30

Slide 2 - Slide

1. Wat bedoelen we met de dominante cultuur?

A
De cultuur van de oudere generatie.
B
De subculturen die naast elkaar leven.
C
De cultuur van de meeste mensen in een land.
D
De cultuur van jongeren.

Slide 3 - Quiz

2. Met subcultuur bedoelen we een cultuur die...

A
van een kleine groep mensen binnen de samenleving is.
B
alleen populair is bij jongeren.
C
alleen populair is bij jongeren.
D
afgeleid is van de dominante cultuur.

Slide 4 - Quiz

3. Nederlanders van Surinaamse afkomst zijn in ons land een:
A
dominante cultuur
B
etnische subcultuur
C
religieuze subcultuur
D
jongerencultuur

Slide 5 - Quiz

4. Welke uitspraak is juist?
In Nederland:
A
kennen we geen dominante cultuur.
B
is de Nederlandse cultuur dominant
C
zijn er meer dominante culturen dan subculturen.

Slide 6 - Quiz

5. Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. In een pluriforme samenleving is geen dominante cultuur.

2. 'Pluriform' betekent dat in een land geen plek is voor meer culturen.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 7 - Quiz

6. Hoe noemen we nu mensen die vanuit het buitenland in Nederland komen werken?
A
Vluchtelingen
B
Illegalen
C
Arbeidsmigranten
D
Asielzoekers

Slide 8 - Quiz

7. Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Iedereen mag nu naar Nederland komen om hier te gaan werken.

2. Mensen met een bijzonder beroep krijgen vaak toestemming om in Nederland te komen werken
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 9 - Quiz

8. Welk woord mist in de zin:
De Nederlandse Antillen, Indonesië en Suriname waren (.............) van Nederland.
A
Provincies
B
Koloniën
C
Steden

Slide 10 - Quiz

9. Een Turks gezin verhuist naar Nederland omdat de vader hier al jaren woont en werkt. Dat
noem je:

A
Gezinshereniging
B
Gezinsvorming

Slide 11 - Quiz

10. Bart trouwt met zijn Mexicaanse vriendin die hij op vakantie heeft leren kennen. Daarna gaat hij met zijn huis in Zutphen wonen. Dit noem je:
A
een asielaanvraag
B
gezinshereniging
C
gezinsvorming
D
uit een kolonie komen

Slide 12 - Quiz

11. Integratie is:
A
Deels aanpassen
B
Helemaal aanpassen
C
Helemaal niet aanpassen

Slide 13 - Quiz

12. De Iraanse voetballer Aram is een topspeler in de Eredivisie. Hij spreekt nauwelijks
Nederlands, wil zich niet laten behandelen door de vrouwelijke clubarts en kijkt thuis via de satelliet alleen naar Iraanse televisie.
A
Aram is geïntegreerd.
B
Aram is niet geïntegreerd

Slide 14 - Quiz

13. Verschillende waarden en normen kunnen zorgen voor (........), omdat nieuwkomers en Nederlanders elkaar niet begrijpen.
A
gewoontes
B
integratie
C
spanningen
D
taalproblemen

Slide 15 - Quiz

14. Wat is een voorbeeld van een 'stereotype'?
A
in Mexico draagt iedereen sombrero's
B
Ook in Frankrijk houden mensen van sushi.
C
In Spanje bestaan er Hollandse frietzaken.
D
De president van Amerika is gek op honden.

Slide 16 - Quiz

15. Een vooroordeel is een oordeel over iets of iemand waarvan je de feiten niet kent.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quiz

16. In welke uitspraak herken je een stereotype
A
Mijn buurjongen blowt
B
Zijn oom is een crimineel
C
Vrouwen kunnen niet auto rijden
D
Die gast stinkt

Slide 18 - Quiz

17. Tolerantie is:
A
Een versterkt beeld van een groep mensen in de samenleving
B
Elkaar accepteren zoals je bent

Slide 19 - Quiz

18. Ezgi wordt niet aangenomen op basis van haar seksuele voorkeur. Dat is:
A
Stereotype
B
Tolerantie
C
Migratie
D
Discriminatie

Slide 20 - Quiz

19. Nederland heeft een pluriforme samenleving.
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz

20. De Rotterdamse burgemeester
Ahmed Aboutaleb is geboren in Marokko en kwam
als 15-jarige naar Nederland. Is hij wel of geen goed
voorbeeld van integratie? leg je antwoord uit

Slide 22 - Open question

21. Lees de bron hieronder. Noem twee vooroordelen die in de tekst genoemd worden. Je antwoord vul je in bij de volgende dia. 
timer
1:20

Slide 23 - Slide

21. Noem twee vooroordelen die in de tekst genoemd worden.

Slide 24 - Open question

22. Leg uit dat polarisatie kan leiden tot xenofobie.

Slide 25 - Open question