2kgt Lezen §5 Hoofd- en bijzaken

  • Lees het groene blokje theorie
    op blz. 31.
  • Log alvast in op LessonUp! 
§5 Hoofd- en
bijzaken
Voordat we beginnen:
Cursus 1
Meer dan lezen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

  • Lees het groene blokje theorie
    op blz. 31.
  • Log alvast in op LessonUp! 
§5 Hoofd- en
bijzaken
Voordat we beginnen:
Cursus 1
Meer dan lezen

Slide 1 - Slide


  • Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een tekst.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

In deze les:
  • De stof van Lezen
    paragraaf 1 t/m 4 herhalen.
  • Hoe kun je onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een tekst?
  • Opdracht 1 en 2 samen maken (en nakijken).
  • Opdracht 3 t/m 5 zelfstandig maken.
  • Gezamenlijk afronden.

Slide 3 - Slide


Tegenstellend verband


Chronologisch verband


Opsommend verband


Toelichtend verband

Lisanne miste haar trein, maar kwam toch op op tijd voor haar sollicitatiegesprek
Eerst moet het gehakt bakken, daarna de groenten toevoegen en dan kan de saus worden gemaakt.
Ik heb een kat, konijn, hamster en een hond.

Ellie had de inbraak bij de buren niet gehoord. Ze sliep namelijk niet thuis.

Ik speel elk weekend games, zoals GTA, Fifa en Mario Kart.
"Vorig jaar sportte ik drie keer in de week, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor."

Slide 4 - Drag question

Uitlegfilmpje!

Slide 5 - Slide

De belangrijkste informatie in een tekst of een video noem je hoofdzaken.
Wat niet zo belangrijk is, noem je een bijzaak.
Een bijzaak is een toelichting (meer informatie
of uitleg) of een voorbeeld. 

Signaalwoorden waaraan je kunt zien dat er een toelichting of een voorbeeld volgt, zijn: zo, onder andere, dat wil zeggen, je moet daarbij denken aan, met andere woorden, neem nou, bijvoorbeeld en zoals.
Hoofd- en bijzaken

Slide 6 - Slide



Zo vind je hoofdzaken: 


  • De hoofdzaken van een tekst of video vind je vaak in de inleiding of in het slot.
  • Hoofdzaken vind je ook in de kernzinnen. Vaak is de kernzin van een alinea de eerste of de laatste zin.

Slide 7 - Slide

opdracht 1
Lees tekst 1 oriënterend.
  • Welke tekstsoort is tekst 1?
  • e-mail, mail
  • Wat is het onderwerp?
  • stageafspraken 
  • Hoeveel alinea’s heeft de tekst?
  • 4
  • Wat is het belangrijkste doel van de tekst?  instrueren 



Slide 8 - Slide

opdracht 1
Lees tekst 1 precies
  • Welke zin in de inleiding geeft aan waarover de tekst gaat?
  • de derde zin
  • Onderstreep in elke alinea de kernzin.
  • Aan welk signaalwoord in de tweede alinea kun je zien dat er voorbeelden volgen?
  • zoals



Slide 9 - Slide

opdracht 1
  • Aan welk signaalwoord in de derde alinea kun je zien dat er een uitleg volgt?
  • Zo
  • Wat zijn hoofdzaken? Noteer alle goede antwoorden.
  • A afspraken over werktijden en B je krijgt werkkleding om herkenbaar te zijn.

Slide 10 - Slide

opdr.2
afgelegen plaatsen
bewegingen in het zeewater
de vraag
in die tijd, toen
tijdperken van tien jaar
verlangen naar vroeger
zeestromingen
het verzoek
nostalgische
destijds
decennia
uithoeken

Slide 11 - Drag question

Wat?
Cursus 1 Meer dan Lezen: §5 Hoofd- en bijzaken. Opdracht 3, 4 en 5 op blz. 32-33.
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen. Werk de antwoorden uit in je schrift.
Hulp
De theorie in deze LessonUp en de uitleg op blz. 31.
Tijd
Tien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met het herkennen van hoofd- en bijzaken.
Klaar?
Werk alvast verder aan opdracht 7 op
blz. 35.
Maken
timer
10:00

Slide 12 - Slide

  • Je hebt de stof van Lezen periode 1 herhaald.
  • Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een tekst.
  • Je kunt bepalen wat de kernzin van een alinea is.
Lesdoelen

Slide 13 - Slide