T 4 -bs 5, planten en dieren

Planten
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planten

Slide 1 - Slide

terugblik

Slide 2 - Slide

Vandaag
-Huiswerkcheck
-terugblik
-uitleg bs 4
- samen inoefenen
- zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

Terugblik

Slide 4 - Slide

Huiswerkcheck

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 
  • Ik kan beschrijven hoe planten worden geordend.
  • Ik kan benoemen welke kenmerken belangrijk zijn bij het ordenen van planten.

Planten worden geordend op basis van plantenorganen als als kenmerk.....
Wie kan er een plantenorgaan noemen?

Slide 6 - Slide

PLANTENRIJK
INGEDEELD IN VIER STAMMEN:
  • Mossen
  • Paardenstaarten
  • Varens
  • Zaadplanten


Mossen, paardenstaarten en varens zijn sporenplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden en zijn ingedeeld in bedektzadigen en naaktzadigen.

Slide 7 - Slide

Sporenplanten
Mossen
Paardenstaarten
Varens
Kenmerken:
  • Wel wortels, stengels en bladeren.
  • Geen bloemen.
  • planten zich voort door sporen

Slide 8 - Slide

Mossen
- Geen echte wortels.
- wel stengels en bladeren.
- geen hout-en bastvaten.
- voortplanting door sporen.

Slide 9 - Slide

Paardenstaart 
  • wel wortels, stengels, bladeren.
  • hout-en bastvaten
  • holle en gelede stengels
  • Voortplanting door sporen.



Holpijp

Slide 10 - Slide

Varens
- wortels, stengels en bladeren
- hout-en bastvaten
- grote, meestal ingesneden bladeren.
- voortplanting door sporen.

Slide 11 - Slide

zaadplanten
zaadplanten hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.

voortplanting vindt plaats met zaden.

Slide 12 - Slide

Zaadplanten
Naaktzadig                                                Bedektzadig (BLOEMEN!)

Slide 13 - Slide

Zaadplanten
  • Naaktzadigen
  •  Zaden tussen de schubben (kegels)
  •  Bladeren meestal naaldvormig
  • Géén bloemen
  • Bedektzadigen
  •   Zaden in vruchten (bedekt)
  •   Bladeren niet naaldvormig

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

naaktzadigen

Slide 16 - Slide

Het dierenrijk
Het rijk van de dieren kunnen we indelen in zeven stammen:
  • Sponzen;
  • Holtedieren;  voorbeeld?   opdr 1, 2, 6
  • Wormen;
  • Weekdieren;   voorbeeld?
  • Geleedpotigen;
  • Stekelhuidigen;
  • Gewervelden...voorbeeld?

Slide 17 - Slide

Terugblik

Slide 18 - Slide

Terugblik

Slide 19 - Slide

Het rijk van de dieren
Twee kenmerken voor indeling een belangrijke rol, namelijk:
  • Symmetrie
  • Skelet
Even oefenen!
Tweezijdig
Veelzijdig
Niet
Uitwendig
Inwendig

Slide 20 - Slide

Sponzen
  • Niet-symmetrisch
  • Inwendig Skelet --> skelet van hoornvezels tussen de cellen
  • Leven (vast) op de bodem van de zee

Slide 21 - Slide

Holtedieren
  • Veelzijdig symmetrisch
  • meestal geen skelet
  • Leven in het water
  • Vangen hun prooi met tentakels (vangarmen)

Slide 22 - Slide

Wormen
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Geen skelet
  • lichaam is lang en dun

Slide 23 - Slide

Weekdieren
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Uitwendig skelet --> meestal een schelp of huisje

Slide 24 - Slide

Stekelhuidigen
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet van kalk
  • Huid is bedekt met stekels/knobbels
  • Leven op de bodem van de zee

Slide 25 - Slide

Geleedpotigen
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Uitwending skelet --> een pantser
  • Groei alleen mogelijk tijdens vervelling
  • Gelede poten (bestaan uit stukjes)
  • Lichaam bestaat uit segmenten

Slide 26 - Slide

geleedpotigen - 4 klassen

Slide 27 - Slide

duizendpoten

Slide 28 - Slide

kreeftachtigen

Slide 29 - Slide

spinachtigen

Slide 30 - Slide

insecten

Slide 31 - Slide

Insecten

Slide 32 - Slide

Gewervelden
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet --> wervelkolom

Slide 33 - Slide

Gewervelden - vijf klassen

Slide 34 - Slide

5 Kenmerken  gewervelden
  • De huid: schubben, slijm, veren, haren
  • Lichaamstemperatuur: warm- of koudbloedig
  • Ademhalingsorganen: kieuwen, longen, huid
  • Voortplanting: eieren zonder/met schaal, kalkschaal of leerachtig, levendbarend 

Slide 35 - Slide

Warmbloedig
 Door verbranding in de cellen is er een constante lichaamstemperatuur. 

Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig. 

Slide 36 - Slide

Koudbloedig
- Temperatuur gelijk aan omgeving 
- Lichaamstemperatuur is niet constant
- Amfibien, reptielen, vissen
- Vaak een winterslaap
- lage temperatuur = lage verbranding 

Slide 37 - Slide

vissen

Slide 38 - Slide

amfibieën

Slide 39 - Slide

reptielen

Slide 40 - Slide

vogels

Slide 41 - Slide

zoogdieren

Slide 42 - Slide

Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen opdracht 6

Zelfstandig werken: opdracht 3, 4, 6, 7 8
Dit is ook het huiswerk

Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen

Slide 43 - Slide

Wat
zie je?
A
Mos
B
Algen
C
Paardenstaart
D
Varen

Slide 44 - Quiz

Wat
zie je?
A
Mos
B
Alg
C
Paardenstaart
D
Varen

Slide 45 - Quiz

Wat zie je?
A
Zaadplant
B
Paardenstaart
C
Wieren
D
Mos

Slide 46 - Quiz

De 4 stammen van planten zijn mossen, varens, paardenstaarten en
A
bedektzadigen
B
zaadplanten
C
naakzadigen

Slide 47 - Quiz

Een dennenappel is een voorbeeld van een...
A
Naaktzadige
B
Bedektzadige
C
Algen of wieren
D
Sporenplanten

Slide 48 - Quiz

Bij welke stam van de
planten behoort
een lariks (foto)
A
Algen/wieren
B
Sporenplanten
C
Zaadplanten

Slide 49 - Quiz

Tot welke stam hoort een plant met bloemen?
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Wieren

Slide 50 - Quiz

Hebben alle planten ook bloemen?
A
Alleen de zaadplanten
B
De zaadplanten en de sporeplanten
C
De zaadplanten, sporeplanten en wieren
D
Alleen de naaktzadigen

Slide 51 - Quiz

Weektaak
  • Maken basisstof 6 en 7

Slide 52 - Slide