Bezittelijke voornaamwoorden

Bezittelijke voornaamwoorden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Possesivpronomen (bezittelijke voornaamwoorden)
Geeft het bezit aan

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

sein- Pullover (M)

Slide 5 - Open question

mein Hund (M)

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

ihr- Tasche (V)

Slide 8 - Open question

unser- Katze (V)

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

dein- Haus (O)

Slide 11 - Open question

Ihr- Kaninchen (O)

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

eur- Häuser (MV)

Slide 14 - Open question

mein- Kinder

Slide 15 - Open question

Wiederholung
M = GEEN uitgang
V = +e
O= geen uitgang
MV= +e

Slide 16 - Slide

Wichtig!
ihr und Ihr
euer
eure

Slide 17 - Slide

!!!!!
Vrouwelijk (V) en Meervoud (MV) krijgen een –e aan het einde van het bezittelijk voornaamwoord. 

Slide 18 - Slide

Arbeitsblatt

Slide 19 - Slide