This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Non verbaal
Verbaal
Stem verheffen
Juichen!
Hard fluiten
Sip kijken
High five geven
Onderuit gezakt zitten
Slide 1 - Drag question
Met vrienden afspreken
A
Formeel
B
Informeel
Slide 2 - Quiz
Een dag vrij vragen bij je leidinggevende
A
Formeel
B
Informeel
Slide 3 - Quiz
Ziek melden bij de docent
A
Formeel
B
Informeel
Slide 4 - Quiz
Op sollicitatiegesprek komen bij misschien je nieuwe werkgever
A
Formeel
B
Informeel
Slide 5 - Quiz
Op de verjaardag van je opa of oma.
A
Formeel
B
Informeel
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
01:35
Waaraan merk je allemaal dat Louis van Gaal geïrriteerd is?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Video
Terugblik: feit, mening, argument
Utrecht is de hoofdstad van Nederland.
Utrecht is de mooiste stad van Nederland.
Feit of mening?
Nederlands
Slide 10 - Slide
Doel
Je weet wat Pathos, logo's en ethos is
Oppakken presentaties (oefenen)
Slide 11 - Slide
Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.
timer
1:30
Slide 12 - Slide
Pathos:
speelt in op medeleven, verdriet en schuldgevoel van de kijker.
Slide 13 - Slide
Pathos,
Slide 14 - Slide
Pathos
Pathos heeft betrekking op de emotie van het publiek.
Als spreker kan je hier op inspelen.
Slide 15 - Slide
Logos
Logos is overtuigen door middel van argumenten, waarbij de logica van groot belang is. Waar pathos een beroep doet op het hart, doet logos een beroep op het hoofd. Alle logische gevolgtrekkingen vallen hieronder.
Slide 16 - Slide
ETHOS
Ethos is de geloofwaardigheid, autoriteit van de spreker zelf.
Slide 17 - Slide
ethos
pathos
logos
Ethos
het vertrouwen dat je wekt.
Pathos
de emoties die je oproept.
Logos
de logica van wat je vertelt.
Slide 18 - Slide
Pathos
publieksbetrokken: emotie; negatieve gevoelens
angst en rancune
Slide 19 - Slide
02:50
Wat valt je nu al op aan de ontmoeting?
Slide 20 - Open question
03:31
Wat gaat goed (houding/non-verbale communicatie)?
Slide 21 - Open question
04:00
''Want... films? Houd je graag van films?'' Wat doet Sophie hier heel goed?