STD -2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Inhoud

Woord-web

Terugblik vorig week

Verwachtingen voor komend week/ jaar

studievaardigheden

betekenis

terugblik vorige week

Welke vakken gingen moeilijk?

Welke vakken gingen gemakkelijk?

verwachtingen komende week

Wat blijf ik zo doen?

Wat wil ik verbeteren?

Hoe ga ga ik dat doen?

Waaraan kan ik straks zien dat het goed gaat?

The happiness of your life depends upon the quality of your thoughts.

Quiz: Doelgericht gedrag

Noem iets wat je
supergraag wilt bereiken
(nu of later)

Denk je dat dit doel
haalbaar voor je is?

1. JA!
2. NEE!
3. Met veel geluk!
4. Als ik er superhard voor werk!

Wat is doelgericht
gedrag volgens jou?

Bij doelgericht gedrag heb je een doel dat je graag wilt behalen!

Wat is motivatie
volgens jou?

Motivatie hebben is de basis om aan de slag te gaan met een doel, of het nu voor school is of voor andere dingen...

Intrensieke Motivatie

Extrinsieke motivatie

Intrinsieke Motivatie

komt vanuit jezelf. Je wilt iets zelf, bijvoorbeeld omdat je het heel leuk vindt!

Extrinsieke motivatie

ontstaat vanuit de omgeving. Dingen van buiten jezelf motiveren je iets te doen!

Intrinsieke motivatie of extrinsieke motivatie?

Intrensiek

Extrensiek

Je wilt supergraag profvoetballer worden

Je moet van je ouders de havo halen!

Je vrienden dragen een bepaald merk waardoor jij deze kleding ook wil!

Je doet extra je best bij Engels, omdat je later een reis door Amerika wilt maken!

Je doet mee aan een sport omdat je prijzen wilt winnen!

Wat heb je nodig om het schooljaar succesvol af te sluiten?

studievaardigheden

Wat wordt daarmee bedoeld?

Waarom zijn deze vaardigheden belangrijk?

studievaardigheden

Studievaardigheden  

• Wat zijn studievaardigheden?

Studievaardigheden  

• Wat zijn studievaardigheden?
• Bv. kaart lezen, bronnen lezen en toepassen, informatie opzoeken op het Internet.

Studievaardigheden  

• Wat zijn studievaardigheden?
• Bv. kaart lezen, bronnen lezen en toepassen, informatie opzoeken op het Internet.
• In het begin kost dat wel moeite, maar naarmate je dit vaker doet, gaat het steeds meer vanzelf.

Leerstrategieen

• Wat zijn leerstrategieen?

Leerstrategieen

• Wat zijn leerstrategieen?
  
• Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die je bewust kunt inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen. 

Leerstrategieen

• Wat zijn leerstrategieen?
  
• Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die je bewust kunt inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen. 
  
• Je zet een leerstrategie actief en bewust in.

Leerstrategieen

• Wat zijn leerstrategieen?
  
• Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die je bewust kunt inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen. 
  
• Je zet een leerstrategie actief en bewust in. 
• Bv: plannen van een opdracht, het terugkijken op fouten en het verbinden van zelfbedachte voorbeelden aan de leerstof.

Leerstrategieen

• Wat zijn leerstrategieen?
  
• Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die je bewust kunt inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen. 
  
• Je zet een leerstrategie actief en bewust in. 
• Bv: plannen van een opdracht, het terugkijken op fouten en het verbinden van zelfbedachte voorbeelden aan de leerstof. 
• Dat vereist allemaal een actieve, bewuste inspanning.

Welke leer strategieën zijn er?

• Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.

Welke leer strategieën zijn er?

• Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.
• Relateren: nieuwe informatie in verband proberen te brengen met wat je al weet.

Welke leer strategieën zijn er?

• Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.
• Relateren: nieuwe informatie in verband proberen te brengen met wat je al weet.
• Structeren: samenvattingen, schema's, mindmaps.

Welke leer strategieën zijn er?

• Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.
• Relateren: nieuwe informatie in verband proberen te brengen met wat je al weet.
• Structureren: samenvattingen, schema's, mindmaps.
• Kritisch verwerken: persoonlijke stelling innemen.

Welke leer strategieën zijn er?

• Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.
• Relateren: nieuwe informatie in verband proberen te brengen met wat je al weet.
• Structeren: samenvattingen, schema's, mindmaps.
• Kritisch verwerken: persoonlijke stelling innemen.
• Concretiseren: zelf op zoek gaan naar voorbeelden.

Welke leer strategieën zijn er?

• Selecteren: markeren, onderstrepen. Onderscheid maken tussen  belangrijke en minder belangrijke gedeeltes.
• Relateren: nieuwe informatie in verband proberen te brengen met wat je al weet.
• Structeren: samenvattingen, schema's, mindmaps.
• Kritisch verwerken: persoonlijke stelling innemen.
• Concretiseren: zelf op zoek gaan naar voorbeelden.
• Toepassen: zelf toepassingen maken om de leerstof beter te begrijpen.

Algemeen:

• Plannen en voorspellen: wanneer doe je wat en hoe lang doe je erover

Algemeen:

• Plannen en voorspellen: wanneer doe je wat en hoe lang doe je erover?
• Monitoren en controleren: bekijken en bijhouden van je werk en het controleren daarvan

Algemeen:

• Plannen en voorspellen: wanneer doe je wat en hoe lang doe je erover?
• Monitoren en controleren: bekijken en bijhouden van je werk en het controleren daarvan.
• Evalueren en reflecteren: na de toets bekijken wat ging goed en fout en daarmee aan de slag gaan.

Algemeen:

• Plannen en voorspellen: wanneer doe je wat en hoe lang doe je erover?
• Monitoren en controleren: bekijken en bijhouden van je werk en het controleren daarvan.
• Evalueren en reflecteren: na de toets bekijken wat ging goed en fout en daarmee aan de slag gaan.
• Herhalen: herhalen van bovenstaande punten.

Tips voor plannen en organiseren:

1. Schrijf alles op in een agenda: afspraken, toetsen, vrije tijd, sport, verslagen, PO’s, lessen. Dit biedt structuur. 

Tips voor plannen en organiseren:

1. Schrijf alles op in een agenda: afspraken, toetsen, vrije tijd, sport, verslagen, PO’s, lessen. Dit biedt structuur. 

2. Weekplanner/ what to do list. Afvinken wanneer je een taak afhebt. Dit geeft zelfvertrouwen! 

Tips voor plannen en organiseren:

1. Schrijf alles op in een agenda: afspraken, toetsen, vrije tijd, sport, verslagen, PO’s, lessen. Dit biedt structuur. 

2. Weekplanner/ what to do list. Afvinken wanneer je een taak afhebt. Dit geeft zelfvertrouwen! 

3. Markeer met verschillende kleurtjes. Bv. geel = lessen, groen = toetsen, ect.

 

4. Kijk vooruit: niet alleen naar wat je morgen moet doen, maar ook naar de dagen die daarna volgen. 

4. Kijk vooruit: niet alleen naar wat je morgen moet doen, maar ook naar de dagen die daarna volgen. 

5. Houd rekening met je planning; doe wat meer in de dagen dat het rustig is. 

4. Kijk vooruit: niet alleen naar wat je morgen moet doen, maar ook naar de dagen die daarna volgen. 

5. Houd rekening met je planning; doe wat meer in de dagen dat het rustig is. 6. Discipline is nodig! 

4. Kijk vooruit: niet alleen naar wat je morgen moet doen, maar ook naar de dagen die daarna volgen. 

5. Houd rekening met je planning; doe wat meer in de dagen dat het rustig is. 

6. Discipline is nodig! 

7. Beloon jezelf! 

Oefenen met leerstrategieen 

- structureren: samenvatten of mindmap

- toepassen:  formule toepassen in nieuwe situaties.

Afsluiting

Dank voor jullie

aandacht en tot vrijdag!