Vwo4 H1.3 communicatie

Gedrag bestuderen (H1.2)
Communicatie (H1.3)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Gedrag bestuderen (H1.2)
Communicatie (H1.3)

Slide 1 - Slide

Gedrag bestuderen
  • Subjectieve en objectieve waarneming van gedrag
  • Duidelijke onderzoeksvraag: 
    - wat voor type vloer vinden olifanten prettig?
    - wat is het effect van een betonnen en rubberen vloer op het loop- en slaapgedrag van olifanten?
  • Gedrag meten met ethogram en protocol

Slide 2 - Slide

H1.3 Communicatie

Slide 3 - Slide

Bijen moeten veel stuifmeel verzamelen om honing te maken. Het is van levensbelang dat bijen elkaar kunnen vertellen waar voedselbronnen zijn

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Signalen
- De bijendans is een signaal
 Een signaal is een prikkel met informatie voor soortgenoten       om hun gedrag te beïnvloeden
- Met behulp van signalen kunnen bijen met elkaar communiceren : het uitwisselen van informatie

Slide 6 - Slide

Rituelen
- Een ritueel is gedrag met een symbolische betekenis dat bestaan uit een aantal vaste handelingen
- Rituelen zijn bij veel diersoorten vaak belangrijk bij ontmoetingen om de spanning weg te nemen


Slide 7 - Slide

Ritueel gedrag dat leidt tot een paring wordt baltsgedrag genoemd.

Slide 8 - Slide

Dreiggedrag
Dieren (en mensen) kunnen dreiggedrag vertonen wanneer iemand hun territorium dreigt binnen te komen 

Slide 9 - Slide

Gedrag na tegenstrijdige prikkels
Soms vragen meerdere tegenstrijdige prikkels tegelijk om een reactie, dan ontstaat conflictgedrag:

1. Ambivalent gedrag: Verschillende gedragsystemen wisselen elkaar af: Bijvoorbeeld vechten en vluchten, beide systemen zijn even sterk
2. Omgericht gedrag: Het gedrag richt zich op iets anders in plaats van de bron. Bijvoorbeeld: je bent boos op je ouders en slaat de deur hard dicht



Slide 10 - Slide

3. Overssprongsgedrag: Gedrag wat niet in de situatie past dat ontstaat bij conflict van gedragsystemen. Bv: moeilijke vraag: conflict tussen toch beantwoorden en weglopen. Je krabt op je hoofd (zo raak je wat opgebouwde spanning kwijt)

Slide 11 - Slide