What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
(13) Voltooid en onvoltooid deelwoord
Voltooid en onvoltooid deelwoord
Spelling KWT Les 12
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voltooid en onvoltooid deelwoord
Spelling KWT Les 12
Slide 1 - Slide
Vandaag:
Theorie voltooid en onvoltooid deelwoord
Vooruitblik
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
- Je weet hoe je de voltooid en onvoltooide deelwoordoorden correct spelt
- Je gaat oefenen met deze spelling
Slide 3 - Slide
https://www.youtube.com/watch?v=3W7QR95HhiQ
Slide 4 - Slide
voltooid of onvoltooid deelwoord?
Voltooid deelwoord
het is al gebeurd
De deur is geverfd.
Onvoltooid deelwoord
het is nog gaande
Marie reist zeilend de wereld over.
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord
De fiets is
gerepareerd
->
De
gerepareerde
fiets
Slide 5 - Slide
Spel correct: Phillepine en Eva lopen ...................... (kletsen) door de winkelstraat.
En voltooid of onvoltooid deelwoord?
A
kletsend - OD
B
kletsent - OD
C
kletsend - VD
D
kletsent - VD
Slide 6 - Quiz
Wat is de juiste spelling van het voltooid of onvoltooid deelwoord?
Het doelpunt werd door de VAR (goedkeuren).
A
goedgekeurd
B
goedgekeurt
C
goedkeurend
Slide 7 - Quiz
Spel correct: Sam en Duco gaan ...................... (fietsen) naar de training.
En voltooid of onvoltooid deelwoord?
A
fietsent - OD
B
fietsend - OD
C
fietsent - VD
D
fietsend - VD
Slide 8 - Quiz
Spel correct: Micha en Jari hebben tot 's avonds laat ...................... (kletsen).
En voltooid of onvoltooid deelwoord?
A
gekletst - OD
B
gekletsd - OD
C
gekletsd - VD
D
gekletst - VD
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste spelling van het voltooid of onvoltooid deelwoord?
De koeien zijn door de boer 's ochtends al (melken).
A
gemelkt
B
gemelkd
C
gemolkt
D
gemolken
Slide 10 - Quiz
Spel correct: Sabine en Clarine zijn naar de training ...................... (fietsen).
En voltooid of onvoltooid deelwoord?
A
gefietst - OD
B
gefietsd - OD
C
gefietst - VD
D
gefietsd - VD
Slide 11 - Quiz
1.De straat was bezaaien (VD)
bezaaid
met verbranden (VD)
verbrande
papieren.
2.Hij lachte verontschuldigen(OD)
verontschuldigend
.
3.De niets vermoeden (OD
vermoedende
soldaten werden volledig verrassen (VD)
verrast
.
4.Het nieuw inrichten (VD)
ingerichte
huis was verleden week nog een bouwval.
5.De aftreden (OD)
aftredende
voorzitter hield een verrassen (OD)
verrassende
toespraak.
6.Van Basten startte de tweede helft met een wijzigen (VD)
gewijzigde
tactiek.
7.De slinken (VD)
geslonken
voorraad had een demotiveren(OD)
demotiverende
uitwerking op het personeel.
8.De kinderen werden naar huis begeleiden (VD)
begeleid
en daar verwelkomen(VD)
verwelkomd
door de burgemeester.
9.De berekenen (VD)
berekende
prijzen waren baseren (VD)
gebaseerd
op de prijzen van de verwerken (VD)
verwerkte
grondstoffen.
10.Het vermelden (VD)
vermelde
voorval bleek te zijn verzinnen(VD)
verzonnen
.
11.De jury heeft bepalen (VD)
bepaald
dat elk goed raden (VD)
geraden
antwoord twee punten oplevert.
12.Hij antwoordde ontkennen (OD)
ontkennend
op de stellen (VD)
gestelde
vraag.
13.Het gemeentebestuur heeft beloven (VD)
beloofd
dat de straten niet lang opbreken (VD) opgebroken zullen zijn.
14.Slecht verlichten (VD)
verlichte
straten werken bevorderen (OD)
bevorderend
op de misdaad.
15.De haten (VD)
gehate
voorzitter werd al snel weer van zijn functie ontheffen (VD)
ontheven
.
16.Er zijn nog maar bedroeven (OD)
bedroevend
weinig treinen die niet zijn beschilderen (VD)
beschilderd
.
17.De poten (VD)
gepote
aardappelen worden volgende week oogsten(VD)
geoogst
.
18.Het beogen(VD)
beoogde
effect zal niet worden bereiken (VD)
bereikt
.
19.De speler kreeg allerlei beledigen (OD)
beledigende
opmerkingen naar zijn hoofd slingeren(VD)
geslingerd
.
20.Hij heeft zich enorm aan zijn behandeling ergeren (VD)
geërgerd
en zijn contract beëindigen(VD)
beëindigd
.
timer
12:00
Slide 12 - Slide
Vooruitblik
Week 5 (14)
Week 6 (15)
Week 7 (16)
indirecte directe reden
deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Dictee
Slide 13 - Slide
More lessons like this
maandag 21 oktober
October 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H4 - Spelling, voltooide en onvoltooide deelwoorden
January 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H4 voltooid deelwoord onvoltooid deelwoord
March 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H4 voltooid deelwoord onvoltooid deelwoord
January 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1bb 17/1: vd en od
January 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
210528 Werkwoordspelling H4, 5
May 2021
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
spelling - toets 1 februari - g1
November 2022
- Lesson with
51 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling H4 - herhaling
March 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1