Werkwoordspelling sterke (klankveranderende) werkwoorden

• Taal
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 6

Zet de juiste vorm van het werkwoord in de zin in de VERLEDEN TIJD

Voorbeeld:

Hele werkwoord: blijven

De zusjes..........de hele middag bij de kinderboerderij

Antwoord: ......bleven

Hele werkwoord: kijken
Wij ......... gisteren naar de wedstrijd.

Hele werkwoord: slapen
De mensen op het festival ......... in kleine tentjes.

Hele werkwoord: genieten
De jongen ............ vanmorgen van zijn heerlijke ontbijt.

Hele werkwoord: lopen
De atleet ......... de marathon in 2 uur.

Hele werkwoord: geven
Ik ........ geld aan de collectant bij de deur.

Hele werkwoord: roepen
De coach.......... vanaf de kant naar de spelers.

Hele werkwoord: ruiken
We ........ een hele sterke brandlucht.

Hele werkwoord: kiezen
Mijn ouders ........ ervoor om niet naar het feest te gaan.

Hele werkwoord: lopen
De kinderen .......... netjes over de stoep.

Hele werkwoord: geven
Britt en Laura ...... ons geen gelijk.

Hele werkwoord: verdwijnen
De roofdieren ............. in het donker.

Hele werkwoord: blazen
We ......... niet hard genoeg om de vlam te doven.

Hele werkwoord: krijgen
Wij ......... net zoveel zakgeld als zij.

Hele werkwoord: breken
Ik ........ de chocoladereep in kleine stukjes.

Hele werkwoord: zwemmen
De kinderen ................ de hele middag in zee.

Hele werkwoord: wijzen
De verkeersregelaars .......... ons de weg naar het concert.

Hele werkwoord: kruipen
De slakken ........... heel langzaam over het parcours tijdens de wedstrijd.

Hele werkwoord: zijn
Toen ....... deze les klaar :)