grammatica 4 aanw en vrg vnw

Ssssst!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ssssst!

Slide 1 - Slide

Lesdoel:
Je kent het bijvoeglijk naamwoord, het zelfstandig ww en het hulpwerkwerkwoord en je kent het aanwijzend en vragend voornaamwoord!

Slide 2 - Slide

Programma
1) Vragen over H3: zww en hww?
2) Het aanwijzend en vragend voornaamwoord: 
herhaling en uitleg
3) Maken digitale opdracht grammatic woordsoorten H4 (aanwijzend en vragend voornaamwoord)

Slide 3 - Slide

Klascode toevoegen!
Voeg jezelf toe aan de klas bij het opstarten van lessonup!
De klascode is: cikrq

Slide 4 - Slide

zelfstandige werkwoorden
aanwijzende voornaamwoorden
vragende voornaamwoorden
hulpwerkwoorden
Dergelijke, zo'n
wat voor een, welke
dansen, bouwen, schrijven
hebben, willen, gaan

Slide 5 - Drag question

Wat is het vragende voornaamwoord in deze zin:

Waarom vraag je niet wie dat heeft gedaan?

A
waarom
B
wie

Slide 6 - Quiz

Wat is het aanwijzend voornaamwoord in deze zin:

Ik vind dat deze leerling goed werkt.
A
dat
B
deze

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden in deze zin:
Deze jongen heeft zulke rare vrienden en die komen vanavond ook.
A
deze, die
B
en, ook
C
deze, zulke,die
D
zulke

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de vier vragende voornaamwoorden?
A
wie, wat, welke, waarom
B
hoe, wanneer, waarom, waar
C
wie, wat, welke, wat voor een

Slide 9 - Quiz

Herhaling theorie
Wat zijn voornaamwoorden?
Wat is het aanwijzend voornaamwoord en welke zijn er?
Wat is het vragend voornaamwoord en welke zijn er?


Slide 10 - Slide

Programma
1) Vragen over H3: zww en hww?
2) Het aanwijzend en vragend voornaamwoord: 
herhaling en uitleg
3) Maken digitale opdracht grammatic woordsoorten H4 (aanwijzend en vragend voornaamwoord)

Slide 11 - Slide