Ethologie

Studie van gedrag
Ethologie = studie van gedrag
Alles objectief bekijken = alleen feiten!

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Studie van gedrag
Ethologie = studie van gedrag
Alles objectief bekijken = alleen feiten!

Slide 1 - Slide

Nico Tinbergen (1907-1988)
Supernormale prikkel: versterkte sleutelprikkel

Slide 2 - Slide

4 vragen van Tinbergen:

Slide 3 - Open question

Oorzaken
- Directe oorzaak (proximate)
''Hoe"
- Uiteindelijke oorzaak (ultimate)
''Waarom''

Slide 4 - Slide

fixed action pattern
Een opeenvolging van NIET aangeleerd, NIET aangeboren gedrag, dat niet te veranderen is.
Eenmaal gestart wordt dit volledig uitgevoerd.
Het wordt getriggerd door een uitwendige prikkel; de ‘sign stimulus’ = Reflex
Voorbeelden hiervan zijn: de mannelijke stekelbaarzen die reageren op de kleur rood, hierbij zal hij een aanval uitvoeren.

Slide 5 - Slide

Soorten gedrag
- Aangeboren gedrag
- Gewenning
- Imprinting
- Ruimtelijk leren
- Mentale kaart
- Associatief leren

Slide 6 - Slide

Aangeboren gedrag
  • kinesis vs taxis
  • reflexen
  • instinctief gedrag

Slide 7 - Slide

welk gedrag zie je hier?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Associatief leren
- Klassieke conditionering (beloning/straf aan reflex) 
- Operante conditionering (triall-and-error)

Slide 11 - Slide

Pavlov

Slide 12 - Slide

Paringssystemen
- Promiscue
- Monogame
- Polygame (polygynie/polyandrie)

Slide 13 - Slide

Welk paringssysteem hoort hierbij?
A
Promiscue
B
Monogame
C
Polygynie
D
Polyandrie

Slide 14 - Quiz

Welk paringssysteem hoort hierbij?
A
Promiscue
B
Monogame
C
Polygynie
D
Polyandrie

Slide 15 - Quiz

Welk paringssysteem hoort hierbij?
A
Promiscue
B
Monogame
C
Polygynie
D
Polyandrie

Slide 16 - Quiz

Welk paringssysteem hoort hierbij?
A
Promiscue
B
Monogame
C
Polygynie
D
Polyandrie

Slide 17 - Quiz

Altruïsme
sommige dieren reageren zo dat ze hun idividuele fitness benadelen, maar andere daardoor bevoordelen.

Slide 18 - Slide

Geef een voorbeeld van altruïsme

Slide 19 - Open question

3 variabelen van altruïsme
1. Voordeel ontvanger (B)
2. Kosten voor altruïsme (c)
3. Verwantsschapscoëfficient (r)
r*B > C

Slide 20 - Slide

Domesticatie
Het proces waarbij dieren (en planten) door tussenkomst van de mens zo evolueren dat ze aangepast raken aan het leven in de omgeving van en in dienst van de mens.


Slide 21 - Slide

Wat is er nodig voor domesticatie

Slide 22 - Open question

Ben je klaar voor de toets?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz