SOLK

Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten


Wing Tang
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Beroepsopleiding

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten


Wing Tang

Slide 1 - Slide

We spreken van SOLK na goed medisch onderzoek en als de klachten langer dan ..... duren
A
enkele dagen
B
enkele weken
C
enkele jaren
D
meer dan 5 jaren

Slide 2 - Quiz

SOLK
- Als lichamelijke klachten langer dan enkele weken duren en als er bij adequaat medisch onderzoek geen aandoening is gevonden die de klachten voldoende verklaart

- Werkhypothese
- Geen ICPC-code SOLK

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoeveel % van de consulten bij de huisarts blijven de klachten onverklaard?
A
Meer dan 60%
B
50-60%
C
40-50%
D
Tot 40%

Slide 5 - Quiz

En bij de specialisten?
A
>80%
B
60-80%
C
40-60%
D
Tot 40%

Slide 6 - Quiz

Groeperen
- Veel verschillende termen in omloop
- Groeperen van klachten in syndromen
           - Prikkelbaredarmsyndroom (PDS)
           - Fibromyalgie 
           - Chronisch vermoeidheidssyndroom
- Clusters
- Andere termen: functionele klachten, somatoforme klachten

Slide 7 - Slide

Welke culturen uiten vaker dmv lichamelijke klachten dat het niet goed met hun gaan?
A
Turken
B
Surinamers
C
Marokkanen
D
Nederlanders

Slide 8 - Quiz

Prognose
- Bij 50 tot 75% van de klachten nemen in de loop van 12 tot 15 maanden af
- Bij 10 tot 30% nemen de klachten echter toe
- Ongunstig beloop: het aantal klachten, duur en ernst
- Gunstig beloop: een positieve waardering van de arts-patiëntrelatie

Slide 9 - Slide

Factoren van invloed
- Predisponerende factoren: aanleg, temperament, beperkte gezondheidsvaardigheden, allochtonen
- Luxerende factoren: ingrijpende gebeurtenis, heftige doorgemaakte ziekte
- Instandhoudende factoren

Slide 10 - Slide

Er is een verband tussen het hebben van SOLK en psychische stoornissen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Angst- en depressieve stoornissen

- Bij milde vormen geen verband
- Bij ernstige vormen: 3 maal zoveel kans op depressieve of angststoornissen
- Bij 25% beide aanwezig

Slide 12 - Slide

Klachtexploratie
- Doel:
         - Beeld van de patient
         - Prognostisch gunstige of ongunstige factoren opsporen
         - Ernst van de SOLK inschatten

- SCEGS- methodiek

Slide 13 - Slide

Somatisch
- Klachtencluster
- Aard, plaats, duur, ernst en het patroon van de klachten
- Begeleidende symptomen
- Medicatie, intoxicaties
Aandacht voor de somatische aspecten maakt de patiënt duidelijk dat hij/zij gehoord wordt

Slide 14 - Slide

Waar staat de C uit de SCEGS voor?
A
Coping
B
Concentratie
C
Comorbiditeit
D
Cognitief

Slide 15 - Quiz

Cognitief
- Ideeën over het ontstaan en voortbestaan van zijn klacht
- Invloed die de patiënt hier zelf op denkt te hebben
- Waarom lukt bepaalde activiteiten niet meer?
- Verwachting van de huisarts

Slide 16 - Slide

Emotioneel
- Gevoelens
- Ongerustheid: waarover? aanleiding?

Slide 17 - Slide

De G uit SCEGS staat voor ....?
A
Gevoel
B
Geheugen
C
Gedragsmatig
D
Gezinsstructuur

Slide 18 - Quiz

Gedragsmatig
- Vermijdingsgedrag
- Werkverzuim
- Overbelasting
- Hulpzoekend
- Shoppen
- Wat heeft patient tot nu toe zelf aan de klacht gedaan?

Slide 19 - Slide

Sociaal
- Gevolg voor de belangrijkste relaties van de patient
- Reactie van de omgeving
- Functioneren thuis of werk

Slide 20 - Slide

Wanneer moet/mag je een SOLK patiënt opnieuw onderzoeken?
A
Nooit
B
Jaarlijks
C
Gewijzigd klachtenpatroon
D
Als patient hier nadrukkelijk om vraagt

Slide 21 - Quiz

LO en AO
- Geïndiceerd als de klachten van karakter zijn veranderd en bij het ontstaan van alarmerende symptomen
- Goede uitleg is van belang
- Als patient nadrukkelijk om AO vraagt, kan de arts dit inwilligen ter geruststelling

Slide 22 - Slide

Ernst
- Mild: één of enkele SOLK-klachten binnen één of twee klachtenclusters
- Matig-ernstig: meerdere SOLK-klachten in ten minste drie klachtenclusters; en/of klachtenduur langer dan verwacht
- Ernstig: SOLK-klachten in alle klachtenclusters en/of klachtenduur langer dan drie maanden

Slide 23 - Slide

Beleid
Doelen:
- Gezamenlijk geaccepteerde probleemdefinitie
- Verminderen van onnodige ongerustheid en hinder
- Het verbeteren van het functioneren van de patiënt op de somatische, cognitieve, emotionele, gedragsmatige en sociale dimensies

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Don'ts voor de huisarts
- Niet zeggen: 
        - ‘ik weet het niet’ of 
        - ‘we hebben niets kunnen vinden’ of 
        - ‘ik zie/hoor niets’
        - ‘het zit tussen uw oren’
- De klacht negeren, bagatelliseren en erover in discussie
gaan
- Een psychische verklaring geven die niet aansluit bij de
belevingswereld van de patient. 

Slide 27 - Slide

Do's voor de huisarts
- Actief luisteren, doorvragen, gericht lichamelijk onderzoek
- Laat merken de bezorgdheid te horen 
- De vraagvolgorde (van algemene vragen naar persoonlijke vragen) kan helpen bij het makkelijker bespreekbaar maken van gevoelens. 
- Gebruik begrijpelijke taal 
- Maak duidelijk ‘u heeft geen ernstige ziekte’
- Een positieve verklaring werkt!
       - ‘uit de foto blijkt dat er niets stuk is’ of
       - ‘uw rug is recht en kan alle bewegingen maken’
       - ‘uw hart is goed’

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

- Actief luisteren, doorvragen, gericht lichamelijk
onderzoek
- Laat merken de bezorgdheid te horen 
- De vraagvolgorde (van algemene vragen naar
persoonlijke vragen) kan helpen bij het makkelijker bespreekbaar maken van gevoelens. 
- Gebruik begrijpelijke taal 
- Maak duidelijk ‘u heeft geen ernstige ziekte’
- Een positieve verklaring werkt!
       - ‘uit de foto blijkt dat er niets stuk is’ of
       - ‘uw rug is recht en kan alle bewegingen maken’
       - ‘uw hart is goed’

Slide 30 - Slide