2kgt fictie §2 perspectief

Open je boek alvast op blz. 66-67.
Je bent alvast ingelogd op LessonUp
§2 Perspectief
Voordat we beginnen:
WELKOM 2KC
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Open je boek alvast op blz. 66-67.
Je bent alvast ingelogd op LessonUp
§2 Perspectief
Voordat we beginnen:
WELKOM 2KC

Slide 1 - Slide

1. Klassikaal door paragraaf 2:
Perspectief heen.
3. Oefenvragen in LessonUp.
4. Zelfstandig werken.
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Slide


  • Je kunt verschillende soorten perspectieven herkennen.
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

In leerjaar 1 heb je geleerd dat elk verhaal 
een hoofdpersoon heeft. Van hem/haar weet je 
wat hij/zij denkt en voelt; je zit als het ware in 
het hoofd van deze persoon. Het perspectief ligt 
dan bij die persoon. 

Er bestaan verschillende soorten perspectief.


Perspectief

Slide 4 - Slide

Ik-perspectief: het verhaal is in de 
ik-vorm geschreven.
Hij/zij-perspectief: het verhaal is in de 
hij- of zij- vorm geschreven.
Wisselend perspectief: het verhaal is 
vanuit meerdere personages verteld.

Perspectief

Slide 5 - Slide

ik-perspectief
hij/zij-perspectief
wisselend perspectief
'Ik had mijn rijbewijs net opgehaald op het gemeentehuis. De rij was gelukkig kort. De mevrouw achter de balie feliciteerde me.' Binnenkort kan ik mijn eigen auto kopen en hoef ik nooit meer met de bus!'
'Alex wist niet zeker of hij moest blijven staan of moest vluchten. Zonder lang na te denken besloot hij weg te rennen. Met alle gevolgen van dien.'
'David zei nog zo dat ik dit niet moest doen, dacht hij. Terwijl Anna een blik wierp op de brandende auto, besloot Thomas de brand te filmen. 'Dit gaat sowieso views opleveren', zei hij.'

Slide 6 - Drag question

Kijk mee naar de uitlegvideo

Slide 7 - Slide

Schrijf zelf een zin waarin je gebruik maakt van het ik-perspectief.

Slide 8 - Open question

Schrijf zelf een zin vanuit een
hij/zij-perspectief.

Slide 9 - Open question

Waarom zou een schrijver gebruikmaken
van een wisselend perspectief?

Slide 10 - Open question

Perspectief
Het perspectief bepaalt in wie jij je inleeft of met wie jij meeleeft.

Inleven wil zeggen dat je je kunt voorstellen hoe het is om een personage te zijn of om mee te maken wat hij/zij meemaakt.

Meeleven wil zeggen dat je graag wilt dat het goed gaat met een personage. Je hoopt bijvoorbeeld (net als het personage zelf) dat hij beter wordt

Slide 11 - Slide

Wanneer leef jij met een personage mee? Noem een voorbeeld.

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Link

Wat kun je zeggen over de plaats
van het verhaal? Gebruik steekwoorden.

Slide 14 - Mind map

Noteer in steekwoorden in welke tijd dit verhaal zich afspeelt.

Slide 15 - Open question

Wat kun je zeggen over de omstandigheden
van het verhaal? Gebruik steekwoorden.

Slide 16 - Mind map

Vanuit welk perspectief is dit verhaal verteld?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Aan het werk

Huiswerkopdracht
(Af)maken:

Cursus 3 Fictie, §2 Perspectief. 
Opdracht 1, 2 en 3 op blz. 69-70.
timer
20:00

Slide 20 - Slide

  • Je kunt verschillende soorten perspectieven herkennen.
Lesdoelen

Slide 21 - Slide

Welke perspectieven zijn er zoal?

Slide 22 - Open question

Wat is het verschil tussen een ik-perspectief en een wisselend perspectief?

Slide 23 - Open question