This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Uit hoeveel % water bestaat het menselijk lichaam?
A
50%
B
60%
C
70%
D
80%
Slide 2 - Quiz
Hoe lang kan je zonder water?
A
1 tot 2 dagen
B
3 tot 5 dagen
C
5 tot 7 dagen
D
7 tot 9 dagen
Slide 3 - Quiz
Uitwisseling van stoffen
Het lichaam in
Het lichaam uit
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Urine/plas
Eten/voeding
Poep
Slide 4 - Drag question
Voedingstoffen
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen. Het zijn bruikbare delen van een voedingsmiddel die belangrijk zijn voor het lichaam.
Voedingsstoffen zijn:
Bouwstoffen
Brandstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Belangrijke bouwstof voor het lichaam.
Nodig voor de groei (kinderen / pubers).
Kunnen ook als brandstof gebruikt worden.
Worden NIET als reservestof opgeslagen
Belangrijkste functie: Levert brandstof. Is ook bouwstof en reservestof.
Bijvoorbeeld: Zetmeel en suikers (glucose = brandstof).
In bijv. aardappelen en spaghetti
Belangrijkste functie: Levert brandstof. Is ook bouwstof.
Teveel wordt opgeslagen in je lichaam, bijv. onder je huid (dikkere onderhuise vetlaag). Het kan ook worden opgeslagen rond je organen.
Mineralen zijn zouten. Belangrijk als bouwstof. Ze zijn ook een beschermende stof. Bijv.: ijzer, kalk (voor de opbouw van je botten) en zout (Teveel zout is ongezond - het zit in heel veel voedingsmiddelen).
Vitaminen: Belangrijk als bouwstof en beschermende stof.
Te weinig?==> Ziek! Maar van teveel kun je ook ziek worden.
Voorbeelden van vitaminen: A (zien), C, D en K (om bijv. kalk uit je voeding op te nemen. M.b.v. zonlicht kan het lichaam Vit D maken.
Water is een belangrijke bouwstof. Het lichaam bestaat voor ong. 60 % uit water. Het vervoert stoffen in je lichaam. Die stoffen worden opgelost in water. Je bloed bestaat vooral uit water. Er zit ook water in fruit en sommige groenten (bijv. komkommer, kool, spinazie)
Vertel wat je weet en controleer
Slide 5 - Slide
koolhydraten zijn:
A
brandstoffen
B
bouwstoffen
Slide 6 - Quiz
Voedingsmiddelen waar koolhydraten in zitten
Slide 7 - Mind map
Wat klopt NIET over koolhydraten
A
Alle koolhydraten zijn suikers
B
Koolhydraten kunnen als bouwstof worden gebruikt
C
Door koolhydraten kun je dik worden
D
Koolhydraten kunnen als brandstof worden gebruikt
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Eiwitten zijn:
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Brandstoffen en bouwstoffen
D
Beschermende stoffen
Slide 10 - Quiz
Welke voedingstoffen zijn belangrijk voor een gezond lichaam?
A
Koolhydraten & Eiwitten
B
Eiwitten & Vetten
C
Koolhydraten & Eiwitten & Vetten
D
Alleen Eiwitten
Slide 11 - Quiz
Gezond of niet?
A
Ja, want plantaardige vetten
B
Ja, want de juiste dierlijke vetten (omega)
C
nee, want plantaardige vetten
D
nee, want de verkeerde dierlijke onverzadigde vetten
Slide 12 - Quiz
Uit hoeveel procent vet bestaat boter
A
42 %
B
64%
C
82%
Slide 13 - Quiz
Hoe lang moet je fietsen om 1 kg vet te verbranden?
A
15 minuten
B
1 uur
C
10 uur
D
1 dag
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Video
Hoeveel milliliter sinaasappelsap moet je drinken om de dagelijks aanbevolen hoeveelheid vitamine C binnen te krijgen?
A
60
B
172
C
603
D
580
Slide 16 - Quiz
Weten jullie het nog? welke vitamine komt veel voor in... Sleep de vitamine naar het juiste voedingsmidel
Vitamine A
Vitamine B
Vitamine C
Vitamine D
Slide 17 - Drag question
Welke vitamine zorgt dat we minder snel verkouden of grieperig worden?
A
vitamine A
B
vitamine B
C
vitamine C
D
vitamine D
Slide 18 - Quiz
Sarah eet elke dag een kiwi omdat deze veel vitamine C bevat
A
Vitamine C is het voedingsmiddel
B
Kiwi is de voedingsstof
C
Vitamine C is de voedingsstof
Slide 19 - Quiz
mineralen
wat zijn mineralen
ijzer
kalium
calcium
fosfor
Slide 20 - Slide
Zeezout bevat extra mineralen.
A
goed
B
fout
Slide 21 - Quiz
Mineralen zijn
A
brandstof
B
beschermende stof
C
bouwstof
Slide 22 - Quiz
Welke mineralen zijn er?
Slide 23 - Mind map
Koolhydraten
Mineralen
Vetten
Eiwitten
Water
Vitaminen
Slide 24 - Drag question
Zet de voedingsmiddelen op de juiste voedingsstoffen.