Week 4 klas 2B

Week 4-klas 2B
Les 1: werken aan spelling H3 (koppelteken en weglatingsstreepje)

Les 2: Tio-spelttoets 3

Les 3: werken aan spelling H3 (koppelteken en weglatingsstreepje afronden, werkwoorden)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Week 4-klas 2B
Les 1: werken aan spelling H3 (koppelteken en weglatingsstreepje)

Les 2: Tio-spelttoets 3

Les 3: werken aan spelling H3 (koppelteken en weglatingsstreepje afronden, werkwoorden)

Slide 1 - Slide

Wanneer gebruik je een koppelteken? (p. 94)
-onoverzichtelijke samenkoppelingen (peper-en-zoutstel)
-samenstellingen met "botsende" klinkers (auto-ongeluk, macro-economie)
-samenstellingen van 2 gelijkwaardige woorden (chef-kok)
-bij letters, cijfers, afkortingen, St/Sint of andere tekens ($-teken, VWO-leerling, Sint-Odulphuslyceum)
-AK namen (Noord-Holland, Zuid-Amerika)
-in woorden met de voorvoegsels: adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, oud- (ex-man, oud-deelnemer)
-als er een hoofdletter volgt op de voorvoegsels: anti-, oer-, on-, pro- (oer-Hollands)



Slide 2 - Slide

Wanneer gebruik je het weglatingsstreepje? (p. 94)
-als je een deel van een woord weglaat (voor- en tegenspoed, kooklessen en -cursussen)


Slide 3 - Slide

Pak je telefoon: er volgen nu 8 quizvragen.

Slide 4 - Slide

1. Kies de correcte spellingswijze.
A
bioindustrie
B
bio-industrie

Slide 5 - Quiz

2. Kies de correctie spellingswijze.
A
skijack
B
ski-jack

Slide 6 - Quiz

3. Kies de correctie spellingswijze.
A
vanilleijs
B
vanille-ijs
C
vanileijs
D
vanile-ijs

Slide 7 - Quiz

4. Kies de correctie spellingswijze.
A
anti-Russisch
B
antiRussisch

Slide 8 - Quiz

5. Kies de correcte spellingswijze.
A
SintBavokerk
B
Sint-Bavokerk
C
Sint Bavo kerk
D
Sint Bavokerk

Slide 9 - Quiz

6. Kies de correcte spellingswijze.
A
anti-roker
B
antiroker

Slide 10 - Quiz

7. Schrijf de woorden correct op. Zet zo mogelijk een weglatingsstreepje.

feest mutsen en feest neuzen

Slide 11 - Open question

8. Schrijf de woorden correct op. Zet zo mogelijk een weglatingsstreepje.

nationale kampioenschappen en wereld kampioenschappen

Slide 12 - Open question

Maak nu opdr 1, 2, 3 (p.94-95)
Je hebt 15 minuten, daarna gaan we nakijken. Succes!
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Einde les 1
Controlemoment: Cn kiest vijf leerlingen die binnen 3 minuten een foto van hun gemaakte opdrachten sturen via teams (individuele chat) of magistermail.

Volgende les: Tio-spelttoets 3 (werk je taaktijd voor de les weg!)

Laatste les deze week: afronden koppelteken en weglatingsstreepje, stukje werkwoordspelling (NN).

Slide 17 - Slide

Les 2
Log in, in Tio en maak Tio-spelttoets 3 (Simone maakt toets 2).

Klaar? Ga alvast taaktijd wegwerken voor de volgende keer! 

Volgende les: afronden koppelteken en weglatingsstreepje, stukje werkwoordspelling (NN).

Slide 18 - Slide

Les 3
Maak opdracht 4 en 5 (p. 95). Je hebt 15 minuten, daarna gaan we nakijken.
Tip: als je bij opdracht 5 een woord niet kent, zoek de betekenis dan online op.
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Werkwoordspelling
Lees zelf de theorie op p. 96
Maak opdracht 1 en 2 (p. 97). Je hebt 10 minuten, daarna gaan we nakijken.

Let op: bij opdr. 1 gaat het om persoonsvormen!
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Opdr. 1 (p.97)
1 antwoort
In de infinitief antwoorden zit een d; die zit dus ook in elke persoonsvorm. 

2 bekendt
In de infinitief bekennen zit geen d; er kan dus geen d voorkomen in een persoonsvorm van bekennen.

4 geloofd
In de infinitief geloven zit geen d; er kan dus geen d voorkomen in een persoonsvorm van geloven.

8 werdt
Het woord werdt is een verledentijdsvorm en in de verleden tijd kan geen dt voorkomen. 

Slide 24 - Slide

Opdr. 2 (p. 97)
1 Deze architect ontwerpt prachtige bedrijfspanden voor bekende banken.

2 Nu en dan steelt Max snoep en een blikje cola in de supermarkt.

3 Op het bord ontleedt de leraar als voorbeeld een ingewikkelde zin.

4 Voor het slapengaan vertelt de akela haar welpen een spookverhaal.

5 In dit restaurant bereidt de keuken vijftig verschillende gerechten.

6 Het regeringsleger herovert elke dag een stadswijk op de rebellen.

 

Slide 25 - Slide

Einde les 3
Controlemoment: Cn kiest vijf leerlingen die binnen 3 minuten een foto van hun gemaakte opdrachten sturen via teams (individuele chat) of magistermail.

Volgende week alleen maandag het 1e uur Nederlands. De andere uren vervallen i.v.m. mondelinge examens klas 6.

In dat uur gaan we verder met werkwoordspelling. 

Slide 26 - Slide