taal thema 6 les 14

Doelen van de les:
- Ik weet wanneer ik als/dan gebruik.
- Ik kan van een bedrijvende zin een lijdende zin maken.
- Ik kan de voornaamwoorden op de juiste manier gebruiken.
- Ik kan samengestelde werkwoorden herkennen  en aangeven of deze scheidbaar is of niet.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Doelen van de les:
- Ik weet wanneer ik als/dan gebruik.
- Ik kan van een bedrijvende zin een lijdende zin maken.
- Ik kan de voornaamwoorden op de juiste manier gebruiken.
- Ik kan samengestelde werkwoorden herkennen  en aangeven of deze scheidbaar is of niet.

Slide 1 - Slide

Als of dan?
Gaat het in de zin om een vergelijking met een overeenkomst, gebruik het woordje als.

Gaat het in de zin om een vergelijking  met een verschil, gebruik het woordje dan.

Slide 2 - Slide

Gebruik je als of dan en door welk(e) woord(en) weet je dat?

Slide 3 - Slide


Ik lees liever de krant ... een tijdschrift.

Slide 4 - Open question

Ik vind een tekst in een krant prettiger lezen ... een tekst op een beeldscherm.

Slide 5 - Open question

Mijn broer leest net ... mijn zus bijna nooit.

Slide 6 - Open question

Mijn vader leest liever de krant op zijn telefoon ... op papier.

Slide 7 - Open question

Ik ben net ... mijn moeder

Slide 8 - Open question

Maar zij leest meer ... ik ooit zal lezen.

Slide 9 - Open question

Ik kan van een bedrijvende zin een lijdende zin maken:

Ik draag het boek door de klas.

Het boek wordt door mij door de klas gedragen.

Slide 10 - Slide

De meisje halen water.

Slide 11 - Open question

Ze vinden mondjesmaat poelen en plassen.

Slide 12 - Open question

Soms ontdekken ze een nieuwe bron.

Slide 13 - Open question

De meisjes trotseren onderweg allerlei gevaren.

Slide 14 - Open question

Ze vermijden hoog gras en vreemde mannen.

Slide 15 - Open question

Deze meisjes bereikten de put gelukkig ongedeerd.

Slide 16 - Open question

Voornaamwoorden
Dit boek is van u.
Ik heb hier uw pen.
Zij hebben dat gedaan.

Slide 17 - Slide

Hoe hebben ze ... kat behandeld?
A
jou
B
jouw

Slide 18 - Quiz

Ze hebben ... kat keurig uit de boom gehaald.
A
me
B
mijn

Slide 19 - Quiz

Hebben ... daar veel tijd voor nodig gehad?
A
ze
B
hun

Slide 20 - Quiz

Ach, ik had haar na een uurtje weer in ... eigen huis
A
mijn
B
me

Slide 21 - Quiz

Dus ... ervaring met de brandweer was goed?
A
je
B
jouw

Slide 22 - Quiz

Nou ja, hoe zou ... het vinden als ... kat bijna was verdwenen?
A
u, u
B
u, uw
C
uw, u
D
uw, uw

Slide 23 - Quiz

samengestelde werkwoorden
scheidbaar of niet scheidbaar

Wat is het samengestelde werkwoord in de zin en is het scheidbaar of niet?

Slide 24 - Slide

Op veel scholen blijven alle kinderen over.

Slide 25 - Open question

Ze eten samen hun lunch op.

Slide 26 - Open question

Dan voetballen ze op het plein.

Slide 27 - Open question

Op sommige scholen speel je toneel in de pauze.

Slide 28 - Open question

Of studeer je met z'n allen een dansje in.

Slide 29 - Open question

Zo voorkom je verveling in de middagpauze.

Slide 30 - Open question

Welk onderdeel was voor jou het moeilijkste?
als/dan
lijdende zin
voornaamwoorden
samengestelde werkwoorden

Slide 31 - Poll

Dit ga je nu doen:
Les 14:
Ga eerst aan de slag met het onderdeel dat je het moeilijkste vond. 
Je hebt 20 minuten. Succes!

Slide 32 - Slide