Uniek Sporten Dwarsleasie en Amputatie

Uniek Sporten Dwarsleasie en Amputatie
1 / 41
next
Slide 1: Slide
MentorlesMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with text slides and 10 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Uniek Sporten Dwarsleasie en Amputatie

Slide 1 - Slide

Dwarsleasie

Slide 2 - Slide

Wat verstaan we onder een dwarslaesie

Slide 3 - Slide

Dwarslaesie is:
Zenuwbanen in de onderrug zijn onderbroken. Dit leidt tot verlammingsverschijnselen, doordat signalen vanuit de hersenen hun doelgebied niet meer bereiken en de hersenen de spieren niet meer kunnen aansturen.

Dwarslaesie is :
Een beschadiging van het ruggenmerg, waardoor signalen van en naar de hersenen worden onderbroken. Dit kan leiden tot gedeeltelijke of volledige verlamming en/of gevoelsverlies onder het niveau van de beschadiging.
 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Wat zijn de oorzaken van een dwarslaesie?

Slide 7 - Slide

De meest traumatische oorzaken van een dwarslaesie zijn situaties waarbij er plotselinge, ernstige schade aan de wervelkolom en het ruggenmerg ontstaat. De meest voorkomende zijn:

1. Verkeersongevallen (40-50%)
Auto-, motor- of fietsongelukken waarbij een harde klap op de rug of nek komt.
Aanrijdingen waarbij iemand uit het voertuig wordt geslingerd.
Ongevallen met voetgangers of fietsers die worden aangereden.
2. Vallen (25-30%)
Vooral bij ouderen die van een trap of hoogte vallen.
Werkongevallen, zoals vallen van een steiger of ladder.
Sportongevallen, zoals een val tijdens bergbeklimmen of skiën.









3. Sportblessures (10-15%)
Duikongevallen (bijv. in ondiep water duiken).
Contactsporten zoals rugby, American football of worstelen.
Paardrijden of extreme sporten zoals motocross of downhill mountainbiken.
4. Geweldsincidenten (10-15%)
Schotwonden die het ruggenmerg raken.
Messteken in de wervelkolom.
Ernstig lichamelijk geweld, zoals zware mishandelingen.
5. Overige oorzaken
Tumoren of medische ingreep









Slide 8 - Slide

Welke vormen van dwarslaesie?

Slide 9 - Slide

Een dwarslaesie kan worden ingedeeld op basis van de mate van beschadiging en de locatie van de laesie. Dit heeft invloed op de ernst van de verlamming en welke lichaamsdelen zijn aangedaan.

Indeling op basis van ernst
  • A. Complete dwarslaesie; Er is geen beweging of gevoel onder het niveau van de laesie.Dit betekent een volledige onderbreking van zenuwsignalen tussen de hersenen en het lichaam.Voorbeeld: iemand met een complete dwarslaesie op borsthoogte (T6) heeft geen gevoel of controle over de benen en het onderlichaam.
  • B. Incomplete dwarslaesie; Er is nog enige beweging en/of gevoel onder de laesie.De mate van functiebehoud varieert: sommige mensen kunnen bijvoorbeeld nog bepaalde spieren bewegen of een deel van het gevoel behouden. Voorbeeld: iemand met een incomplete laesie kan mogelijk een been licht bewegen, maar niet krachtig genoeg om te lopen.

Indeling op basis van locatie in het ruggenmerg
  • A. Cervicale dwarslaesie (nek, C1-C8)Aantasting van armen, handen, romp en benen (tetraplegie/quadriplegie).Hoger gelegen laesies (C1-C4) kunnen ademhalingsproblemen veroorzaken, soms is beademing nodig. Voorbeeld: een laesie op C5 kan nog beweging in de schouders en bovenarmen behouden, maar niet in de handen of benen.
  • B. Thoracale dwarslaesie (borstgebied, T1-T12)Aantasting van romp en benen (paraplegie), maar armen en handen blijven meestal functioneel. Hoe hoger de laesie, hoe meer invloed op rompbalans en controle over de buikspieren. Voorbeeld: een T10-laesie betekent meestal verlamming van de benen, maar behoud van rompstabiliteit.


Slide 10 - Slide

C. Lumbale dwarslaesie (onderrug, L1-L5)
Verlamming in benen, maar meestal met betere controle over romp en heupen dan bij hogere laesies.
Soms nog enige loopfunctie mogelijk met hulpmiddelen.
Voorbeeld: iemand met een L3-laesie kan vaak nog zijn heupen buigen en beperkt lopen met beugels.

D. Sacrale dwarslaesie (heiligbeen, S1-S5)
Kan invloed hebben op voeten, blaas- en darmfunctie, en seksuele functies.
Vaak geen volledige verlamming, maar zwakte of verminderde controle over deze functies.
Voorbeeld: iemand met een S4-laesie kan moeite hebben met het reguleren van blaas en darmen, maar nog wel zelfstandig lopen.

Slide 11 - Slide

Wat zijn de gevolgen van een dwarslaesie?

Slide 12 - Slide

Motorische gevolgen (verlamming)
  • Tetraplegie/quadriplegie (bij een hoge laesie in de nek, C1-C8): verlamming van armen, romp en benen.
  • Paraplegie (bij een laesie in de borst of lager, T1 en verder): verlamming van romp en benen, armen blijven functioneel.
  • Spierzwakte, verlies van spiermassa (atrofie).
  • Spierspasmen (spasticiteit) of juist slapte (hypotonie).

Sensorische gevolgen (verlies van gevoel)
  • Verminderde of volledige afwezigheid van gevoel onder het niveau van de laesie.
  • Risico op drukplekken (decubitus) omdat iemand niet voelt wanneer hij te lang in één houding zit of ligt.
  • Veranderingen in pijnperceptie: sommige mensen ervaren zenuwpijn (neuropathische pijn) ondanks het verlies van gevoel.


Problemen met organen en lichaamsfuncties
A. Blaasproblemen
Geen controle over plassen (neurogene blaas), waardoor urine-incontinentie of urineretentie kan optreden.
Verhoogd risico op blaasontstekingen en nierproblemen.
B. Darmproblemen
Vertraagde darmwerking, obstipatie of ongewild verlies van ontlasting (neurogene darm).Gebruik van laxeermiddelen, klysma’s of darmspoelingen is vaak nodig.
C. Seksuele gevolgen
Verminderde of afwezige seksuele functie (erectiestoornissen bij mannen, minder vaginale vochtigheid bij vrouwen).
Verminderde vruchtbaarheid bij mannen, bij vrouwen blijft vruchtbaarheid meestal intact.
D. Ademhalingsproblemen
Bij hoge laesies (C1-C4) kunnen de ademhalingsspieren uitvallen, waardoor beademing nodig is.
Verhoogd risico op longontstekingen door verminderde hoestkracht.


Lage bloeddruk (orthostatische hypotensie) bij opstaan, waardoor duizeligheid optreedt.
Autonome dysreflexie (bij laesies boven T6): een levensbedreigende reactie waarbij bloeddruk extreem stijgt door een prikkel onder de laesie (bijv. een volle blaas).
4. Psychologische en sociale gevolgen
Mentale impact: gevoelens van verdriet, frustratie, depressie of angst.
Afhankelijkheid van hulpmiddelen: rolstoel, katheters, aangepaste woning, etc.
Verandering in werk en dagelijks leven: veel mensen kunnen niet meer terug naar hun oude beroep.
Sociale uitdagingen: relaties, seksualiteit en deelname aan activiteiten kunnen veranderen.

Slide 13 - Slide

E. Problemen met bloeddruk en bloedsomloop
Lage bloeddruk (orthostatische hypotensie) bij opstaan, waardoor duizeligheid optreedt.
Autonome dysreflexie (bij laesies boven T6): een levensbedreigende reactie waarbij bloeddruk extreem stijgt door een prikkel onder de laesie (bijv. een volle blaas).

Psychologische en sociale gevolgen
  • Mentale impact: gevoelens van verdriet, frustratie, depressie of angst.
  • Afhankelijkheid van hulpmiddelen: rolstoel, katheters, aangepaste woning, etc.
  • Verandering in werk en dagelijks leven: veel mensen kunnen niet meer terug naar hun oude beroep.
  • Sociale uitdagingen: relaties, seksualiteit en deelname aan activiteiten kunnen veranderen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Tips voor de praktijk

Slide 16 - Slide

De lichamelijke conditie van mesnen met een dwarslaesie is in vergelijking met die van validen slechter. Het vermogen om zich in te spannen ligt ben hen lager. Bij de lessen bewegingsonderwijs en bij trainingen moet je hiermee rekening houden. Je moet vooral oppassen met overbelasting van de schouder spieren. Verder moet je hiermee rekening houden:
Kies de juiste sport
Er zijn veel aangepaste sporten voor mensen met een dwarslaesie, zoals:

Begeleiding
Houdt rekening met wat de sporter kan en wil? Vraag van te voren wat de mogelijkheden zijn. Maak een trainingsprogramma. Zorg dat je de juiste begeleiding kan geven.



 Luister naar je lichaam
Omdat de zenuwverbindingen verstoord zijn, kun je minder goed pijn of overbelasting voelen. Let op signalen zoals vermoeidheid, spierspasmen of drukplekken.
Zorg voor goede uitrusting
Een goed passende sportrolstoel voorkomt blessures en verbetert prestaties. Speciale handschoenen kunnen extra grip en bescherming bieden. Bij zwemmen kan een drijfvest helpen als je weinig rompbalans hebt.

Blijf gehydrateerd en let op temperatuurregulatie
Mensen met een dwarslaesie kunnen moeite hebben met temperatuurregulatie. Draag ademende kleding en drink voldoende water.

Zoek een sportvereniging of community
Veel steden hebben sportclubs voor aangepaste sporten. Het is niet alleen leuker, maar je krijgt ook ondersteuning en motivatie van anderen.

7. Wees geduldig en geniet van de vooruitgang
Elke sport vergt oefening en aanpassing. Geef jezelf de tijd om sterker en vaardiger te worden.

Wil je advies over een specifieke sport of zoek je iets in jouw regio? 🚀

Slide 17 - Slide

Sport en bewegen is belangrijk om gezondheidsklachten te voorkomen zoals decubitus (doorliggen), contracturen (dwangstand van het gewricht), infecties en botontkalking. Het verbetert de algehele conditie en draagt bij aan plazier en een positief zelfbeeld.

De veiligheid is een punt van aandacht. Vooral door botsingen met rolstoelen en door vallen uit de rolstoel ontstaan veel blessures. Het merendeel van de kinderen met een dwarslaesie voelt de ernst van een blessure niet. Zo dragen sommige zwemmers sokken om beschadiging aan de voeten te voorkomen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Welke sporten zijn geschikt?

Slide 22 - Slide

Geschikte sporten
Boogschieten en Tafeltennis; goede opties als je minder armfunctie hebt
Yoga
Handbiken; perfect voor conditie en armkracht (foto)
Golf
Framerunning (foto)
Boccia (foto)
zitvolleybal
rolstoeltennis; goed voor coördinatie en uithoudingsvermogen
Rolstoelbasketbal; voor kracht en teamwork
Zwemmen; vermindert druk op gewrichten en versterkt spieren
Para-powerlifting; ideaal voor krachttraining



Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Amputatie

Slide 25 - Slide

Wat verstaan we onder amputatie?

Slide 26 - Slide

Wat is een amputatie?
Een amputatie is het (gedeeltelijk of volledig) verwijderen van een ledemaat of een ander lichaamsdeel, zoals een arm, been, hand, voet, vinger of teen. Dit gebeurt meestal door een chirurgische ingreep, maar kan ook het gevolg zijn van een ongeval of ernstige verwonding.

Slide 27 - Slide

Wat zijn de oorzaken van een amputatie?

Slide 28 - Slide

Medische oorzaken (meest voorkomend)
  • Slechte bloedcirculatie (vaatziekten): Bijvoorbeeld door diabetes of perifeer arterieel vaatlijden (PAV), waarbij weefsels afsterven door zuurstoftekort.
  • Infecties: Ernstige infecties die niet reageren op behandeling kunnen leiden tot amputatie om verspreiding te voorkomen.
  • Kanker: Tumoren in botten of zachte weefsels (zoals osteosarcoom) kunnen een amputatie noodzakelijk maken.
  • Aangeboren afwijkingen: Soms worden kinderen geboren met misvormde ledematen die niet goed functioneren.
Traumatische oorzaken
  • Verkeersongevallen
  • Arbeidsongevallen (bijv. met machines of zware objecten)
  • Oorlogswonden of explosies
  • Ernstige brandwonden of bevriezing

Slide 29 - Slide

Welke vormen zijn er van amputatie

Slide 30 - Slide

Amputaties kunnen worden ingedeeld op basis van de locatie:

1. Amputaties van de onderste ledematen (benen)
Boven de knie (bovenbeenamputatie)
Onder de knie (onderbeenamputatie)
Voetamputatie (zoals een gedeeltelijke voetamputatie of een volledige voetamputatie)
Teenamputatie

2. Amputaties van de bovenste ledematen (armen)
Boven de elleboog (bovenarmamputatie)
Onder de elleboog (onderarmamputatie)
Hand- of vingeramputatie

Slide 31 - Slide

Wat zijn de gevolgen van een amputatie?

Slide 32 - Slide

Een amputatie heeft grote gevolgen op verschillende vlakken: fysiek, psychisch en medisch. De impact hangt af van de plaats en ernst van de amputatie, maar ook van de aanpassing van de persoon zelf. Hieronder een overzicht:

Fysiek: Beperkte mobiliteit, afhankelijk van het geamputeerde deel.
Verlies van functie
  • Bij beenamputatie: Problemen met lopen, balans, en soms afhankelijkheid van een rolstoel of prothese.
  • Bij armamputatie: Moeite met grijpen, vasthouden en uitvoeren van dagelijkse taken zoals eten en aankleden.
  • Bij vinger- of teenamputatie: Verminderde fijne motoriek (vingers) of stabiliteit bij lopen (tenen).
  •  
Spier- en gewrichtsproblemen
  • Verlies van spiermassa in het geamputeerde gebied.
  • Overbelasting van andere ledematen, wat kan leiden tot pijn in de rug, nek of schouders.
  • Risico op gewrichtsproblemen en slijtage (zoals artrose in de heup bij een beenamputatie).

Moeite met prothesen
  • Prothesen kunnen oncomfortabel zijn of pijn veroorzaken.
  • Sommige mensen ervaren huidproblemen, zoals drukplekken of irritaties door de prothese.
  • Niet iedereen kan een prothese gebruiken (bijvoorbeeld door
  • een slechte stomp of medische complicaties).

Slide 33 - Slide

Psychische gevolgen (mentale en emotionele impact)
Een amputatie kan mentaal zwaar zijn en leidt soms tot psychische problemen.

A. Rouw en acceptatieproces
Veel mensen gaan door een rouwproces, vergelijkbaar met het verlies van een dierbare.
Gevoelens van frustratie, boosheid, verdriet en machteloosheid komen vaak voor.
B. Depressie en angst
Een amputatie kan het zelfvertrouwen en eigenwaarde aantasten.
Sommige mensen voelen zich minder aantrekkelijk of onzeker over hun lichaam.
Angst voor afhankelijkheid of voor het opnieuw oplopen van letsel kan ontstaan.
C. Sociale gevolgen
Verminderde deelname aan sociale activiteiten, bijvoorbeeld door schaamte of fysieke beperkingen.
Problemen in relaties en intimiteit, vooral als men zich minder aantrekkelijk voelt.
Mogelijke problemen met werk of studie, afhankelijk van de functie en de mate van zelfstandigheid.

Slide 34 - Slide

Medische gevolgen (lichamelijke gezondheid)
A. Fantoompijn en fantoomgevoel
Veel mensen ervaren fantoompijn: pijn in het geamputeerde lichaamsdeel, ook al is het er niet meer.
Dit voelt als brandende, stekende of krampachtige pijn.
Sommigen hebben een fantoomgevoel (het idee dat het ledemaat er nog is, zonder pijn).
B. Bloedcirculatie en infecties
Risico op infecties in de stomp, vooral bij mensen met diabetes of slechte doorbloeding.
Problemen met de bloedsomloop kunnen genezing vertragen.
C. Gewichtsveranderingen en energieverbruik
Mensen met een beenamputatie verbranden meer energie bij bewegen, waardoor ze sneller moe worden.
Soms kan gewichtstoename optreden door verminderde beweging, wat extra druk op gewrichten geeft.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Tips in de praktijk

Slide 37 - Slide

Meestal blijkt er geen speciale prothese voor sportbeoefening noodzakelijk te zijn. Dit is het geval als gekozen wordt voor het gebruik maken van een rolstoel zoals bij rolsteolhochey, basketbal, bowling of tennis. Ook wordt reglematig gekozen voor het sporten zonder een prothese bij een aantal water-sneeuwsporten.

Wordt er wel gebruik gemaakt van een prothese bij het sporten dan kan meestal worden voldtaan ,et geringe aanpassingen aan de bestaande prothese. Een voorbeeld hiervan is een toe-clip bij het fietsen.

Welke tips hebben we in de praktijk:
  • Gebruik de juiste prothese
  • Bespreek wat jij kan als sporten met een prothese
  • Als begeleider is het belangrijk dat je checkt wat wel/niet kan. En check of het niet te vermoeiend is.
  • Luister naar je lichaam
  • Blijf gehydrateerd en let op temperatuurregulatie
  • Zoek een sportvereniging of community


Slide 38 - Slide

Welke sporten zijn geschikt?

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video