Goed gebekt deel 1, taak 17

Goed gebekt deel 1, taak 17
Wat betekenen de moeilijke woorden?
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goed gebekt deel 1, taak 17
Wat betekenen de moeilijke woorden?

Slide 1 - Slide

Na het feest gingen wij linea recta naar huis
A
rustig
B
snel
C
rechtstreeks
D
stiekem

Slide 2 - Quiz

Door een verkeerde manoeuvre veroorzaakte hij een ongeluk
A
handeling
B
inschatting
C
schakeling

Slide 3 - Quiz

Kom jij in aanmerking voor een bonus?
A
voorschot
B
nabetaling
C
prijs
D
extra uitkering

Slide 4 - Quiz

Dat was een exceptionele situatie
A
heel bijzondere
B
gewone
C
komische
D
verrassende, onverwachte

Slide 5 - Quiz

Zij ging daar zonder schroom naar binnen
A
zonder zelfvertrouwen
B
zelfverzekerd
C
onuitgenodigd
D
zonder aarzeling

Slide 6 - Quiz

Synoniemen
Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Slide 7 - Slide

Een lid van de Tweede Kamer
A
opponent
B
vertegenwoordiger
C
parlementariër
D
choreograaf

Slide 8 - Quiz

Iemand die zeer arm is
A
bedelaar
B
pikeur
C
pauper

Slide 9 - Quiz

De bedrijfsleider van een restaurant
A
magnaat
B
gerant
C
solist

Slide 10 - Quiz

Een machtig en rijk persoon
A
figurant
B
magnaat
C
opponent

Slide 11 - Quiz

Een tegenstander
A
opponent
B
solist
C
pikeur

Slide 12 - Quiz

Uitdrukkingen/gezegdes
Vul aan met het juiste woord

Slide 13 - Slide

Hij is in zijn ..... geschoten
A
arm
B
wiek
C
voet

Slide 14 - Quiz

Mijn naam is .....
A
konijn
B
hamster
C
haas

Slide 15 - Quiz

Ergens een hard ..... in hebben
A
gelag
B
idee
C
hoofd

Slide 16 - Quiz

Op losse ..... staan
A
schroeven
B
grond
C
tegels

Slide 17 - Quiz

Het vijfde ..... aan de wagen zijn
A
persoon
B
wiel
C
hoofd
D
rad

Slide 18 - Quiz