This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
welk woord is goedgeschreven?
A
gedachtegang
B
gedachtengang
Slide 1 - Quiz
welk woord is goedgeschreven?
A
wiegelied
B
wiegenlied
Slide 2 - Quiz
vier keer twee woorden welke twee woorden zijn NIET goedgeschreven?
A
zonnestraal
tomatensoep
B
paardendeken
wiegelied
C
zwanezang
reuzenleuk
D
huizenverkoop
roggekoeken
Slide 3 - Quiz
vier keer twee woorden Welke twee woorden zijn NIET goedgeschreven?
A
groenteman
urenlang
B
bananenboom
zonnecel
C
ruggenmerg
personeelszaken
D
spillenbeen
berengoed
Slide 4 - Quiz
Is het: langetermijn planning of langetermijnplanning? Schrijf het woord in de correcte spelling op.
Slide 5 - Open question
Hieronder staan vier woorden; één van die woorden is niet goedgeschreven. Schrijf dat woord in de correcte spelling op. doordraaien / geletruidrager / vrijetijdcentrum / gewaarworden
Slide 6 - Open question
Welk woord is niet goedgeschreven? Schrijf dat in de correcte spelling op. industrieën / bacteriën / piccolo's / leeuwerikken
Slide 7 - Open question
Welk bijvoeglijk naamwoord is correct geschreven?
A
een ijzeren constructie
B
de verrotten boom
C
een aardewerke vaas
D
het verwachtte verlies
Slide 8 - Quiz
Welk woord is correct geschreven?
A
de berlijnse muur
B
het Marxisme
C
het Nieuwe Testament
D
een rembrandt
Slide 9 - Quiz
Welk woord is juist geschreven?
A
een katholiek
B
een Katholiek
Slide 10 - Quiz
Hieronder staan vier woorden; welk woord is niet goed geschreven? Verbeter dat. vwo'er / papa's lieverdje / lobbys / Remi's hondje
Slide 11 - Open question
Hieronder staan vier woorden. Eén woord is niet goedgeschreven. Schrijf dat correct op. fractie's / PvdA-overleg / 's ochtends / Antonio's pizza