14ème cours 28 janvier 2022

1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. 
We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We verstoren niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door te klas te gooien of te roepen)

Slide 2 - Slide

Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Kun je zinnen ontkennend maken in het Frans
2. Kun je een plan van aanpak en een script schrijven voor een Franse vlog

Planning:
1. Dagopening (5-10 minuten)
2. Jullie krijgen een korte uitleg over de ontkenning (10 minuten)
3.  Jullie maken een kahoot (10-15 minuten)
4. Jullie gaan verder werken aan/beginnen aan het maken van het plan van aanpak en de script van de Franse vlog (15 minuten)











Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wanneer is iemand een held?

Slide 5 - Mind map

Wie is voor jou echt een held en waarom?

Slide 6 - Open question

Hoe vind je de persoonsvorm in een Franse zin?
A
het is het eerste woordje in de zin
B
het is het eerste werkwoord in de zin
C
het is het laatste woord in de zin

Slide 7 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Je parle français.
A
je
B
parle
C
français

Slide 8 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in een zin?
A
de persoon die het doet
B
het eerste werkwoord
C
het antwoord op de vraag: wie of wat?

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar?

Ne komt voor de persoonsvorm en pas komt direct achter de persoonsvorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Nous habitons à Pijnacker
A
Nous
B
habitons
C
à Pijnacker

Slide 11 - Quiz

Stelling: Een persoonsvorm is altijd een werkwoordsvorm.
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat klopt niet

Slide 12 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
Maintenant, je joue au foot.
A
Maintenant
B
je
C
joue
D
au foot

Slide 13 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
J'habite á Paris.
A
j'
B
á
C
habite
D
Paris

Slide 14 - Quiz

De ontkenning

Slide 15 - Slide

De ontkenning
Ontkenning in het Nederlands is: Niet of geen. 

In het Frans bestaat de ontkenning uit 2 woorden:
ne ........ pas

Slide 16 - Slide


De ontkenning

Slide 17 - Slide