Grammar: Passive

Welcome! 👋


Log vast even in via lessonup.app
en gebruik de code linksonder.
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welcome! 👋


Log vast even in via lessonup.app
en gebruik de code linksonder.

Slide 1 - Slide

Hello!
Active & Passive sentences

Slide 2 - Slide

Wanneer het onderwerp van de zin de actie uitvoert.

Wanneer het onderwerp van de zin de actie ondergaat, dus het niet zelf uitvoert.
Active Voice


Passive Voice

Slide 3 - Slide

The girl buys new clothes every weekend.

New clothes are bought by the girl every weekend.
Active Voice


Passive Voice

Slide 4 - Slide

The girl buys new clothes every weekend.

New clothes are bought by the girl every weekend.
Active Voice


Passive Voice

Slide 5 - Slide

Passive 
OR
Active?
Passive 
OR
Active?

Slide 6 - Slide

"The Government is planning to build a new road near my house."
A
Passive
B
Active

Slide 7 - Quiz

"Boys like to play soccer."
A
Passive
B
Active

Slide 8 - Quiz

"This room has been painted blue."
A
Passive
B
Active

Slide 9 - Quiz

"Cricket is played in Australia."
A
Passive
B
Active

Slide 10 - Quiz

"The friends have been looking forward to meeting her."
A
Passive
B
Active

Slide 11 - Quiz

"The search will be stopped because of the storm."
A
Passive
B
Active

Slide 12 - Quiz

Passive 
OR
Active?
Passive OR Active?
Complete the sentences.

Slide 13 - Slide

"Harry Potter books ... (to write) by J.K. Rowlings."
A
wrote
B
were written

Slide 14 - Quiz

"The astronaut ... (to take) a first step on the moon."
A
took
B
was taken

Slide 15 - Quiz

"Bugatti cars ... (to build) in Italy."
A
build
B
were built

Slide 16 - Quiz

"Facebook ... (to start) by Mark Zuckerberg in 2004."
A
started
B
was started

Slide 17 - Quiz

"Tigers ... (to eat) small and big animals if they are hungry."
A
eat
B
are eaten

Slide 18 - Quiz

Hoe maak je een "Passive"?
Het onderwerp gaat naar achteren en het 
lijdend / meewerkend voorwerp gaat naar voren.

Slide 19 - Slide

Het onderwerp gaat naar achteren en het 
lijdend / meewerkend voorwerp gaat naar voren.
Mensen van over de hele wereld spreken Engels.
People from all over the world speak English.
English is spoken all over the world.
Engels wordt over de hele wereld gesproken.
ACTIVE
PASSIVE

Slide 20 - Slide

Het onderwerp gaat naar achteren en het 
lijdend  / meewerkend voorwerp gaat naar voren.
Mijn moeder leest elke avond een boek.
My mother reads a book every night.
A book is read by my mother every night.
Een boek wordt elke avond door mijn moeder gelezen.
ACTIVE
PASSIVE

Slide 21 - Slide

Het onderwerp gaat naar achteren en het 
lijdend  / meewerkend voorwerp gaat naar voren.
Our cat ate that little bird.
???
ACTIVE
PASSIVE

Slide 22 - Slide

Het onderwerp gaat naar achteren en het 
lijdend  / meewerkend voorwerp gaat naar voren.
Our cat ate that little bird.
That little bird was eaten by our car.
ACTIVE
PASSIVE

Slide 23 - Slide

Hoe vorm je een "Passive"?
Present Simple & Past Simple

Slide 24 - Slide

Een aantal dingen zijn belangrijk:
1. In welke tijd staat de zin?
2. Welke vormen van "TO BE" zijn er?
3. Wat is een VOLTOOID DEELWOORD?

Slide 25 - Slide

TIJDEN VAN DE ZIN
- Tegenwoordige Tijd

- Verleden Tijd
Present
Past
She buys a lot of clothes.
She bought a lot of clothes last week.

Slide 26 - Slide

VORMEN VAN "TO BE"
- Tegenwoordige Tijd (worden)

- Verleden Tijd (werden)
Present
Past
AM - IS - ARE
WAS - WERE
I am                 you are
you are           we are
he/she/it is     they are
I was                 you were
you were          we were
he/she/it was   they were

Slide 27 - Slide

VOLTOOID DEELWOORDEN?
Past Participle
In het Engels:
2 OPTIES:
- WW + ed
- Onregelmatige werkwoorden lijst

Slide 28 - Slide

HOE MAAK JE NU EEN PASSIVE?
"TO BE" + "PAST PARTICIPLE"
2 OPTIES:
- WW + ed
- Onregelmatige werkwoorden lijst
AM - IS - ARE
WAS - WERE

Slide 29 - Slide

EVEN OEFENEN..

Slide 30 - Slide


Deze truien worden gemaakt in Frankrijk."
"These sweaters ... (to make) in France."

Slide 31 - Open question


De toetsen worden nagekeken door de docent.
"The tests ... (correct) by the teacher."

Slide 32 - Open question


Melk wordt gebruikt om boter en kaas te maken.
"Milk ... (to use) to make butter and cheese."

Slide 33 - Open question


Er werden geen geluiden gehoord.
"Not a sound ... (to hear)."

Slide 34 - Open question


Haar ring werd gevonden onder haar bed.
"Her ring ... (to find) under her bed."

Slide 35 - Open question

NEXT WEEK'S HOMEWORK:
  OLD BOOK: read & finish page
  NEW BOOK: read & finish page

Slide 36 - Slide

NEXT WEEK'S HOMEWORK:
  OLD BOOK: read & finish page 20&21
  NEW BOOK: read & finish page 26&27

Slide 37 - Slide