§4 Nederland als parlementaire democratie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

H1 §4 Nederland als parlementaire democratie

In deze paragraaf onderzoek je de volgende vragen:

1. Welke rechten hebben de ministers en de Eerste en Tweede Kamer? (les 1)
2. Welke rechten hebben burgers in Nederland? (les 1)
3. Hoe worden de rechten van burgers in Nederland beschermd? (les 2)

Herhaling lesdoelen vorige les

Bespreken vraag 9 t/m 12 op blz. 13+14 WB

4.1 De rechten van ministers en de Eerste en Tweede kamer

• Leden van de Tweede Kamer hebben:

Recht van initiatief: zelf wetten bedenken

Recht van amendement: recht om wetsvoorstellen te wijzigen

• Leden van Eerste en Tweede Kamer hebben allebei:

Recht van budget: Recht om uitgaven en inkomsten van de staat te controleren en deze als wet goed of af te keuren.

Recht van interpellatie: het recht om een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak

Recht van enquête: het recht om een bepaalde zaak tot op de bodem uit te zoeken (zwaarste maatregel).

4.2 De rechten van burgers in Nederland 

Klassieke grondrechten (uit 1848) en zorgen ervoor dat burgers in vrijheid kunnen leven

• het recht op gelijke behandeling
• het recht van vrije meningsuiting
• het recht op privacy
• vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
• het recht van vereniging, vergadering en betoging
• 1919 algemeen kiesrecht
  

4.2 De rechten van burgers in Nederland 

Sociale grondrechten (vanaf 1983) beschermen de burgers tegen slechte leefomstandigheden

• recht op bestaanszekerheid
  
• recht op onderwijs
• recht op woonruimte

Wat: Maken vraag 3 t/m 10 op blz. 15+16 WB en blz. 20 + 22 HB

Hoe: samenwerken of alleen

Tijd: 20 minuten

Klaar: samenvatten/werken aan een ander vak

4.3 De bescherming van de rechten van burgers in Nederland

Herhaling lesdoelen vorige les

Bespreken vraag 3 t/m 10 op blz. 15+16 WB en blz. 20 + 22 HB

Lesdoelen deze les

1) Je kunt benoemen wat het betekend om een rechtstaat te zijn

2) Je kunt de drie machten in Nederland herkennen + benoemen wie welke macht heeft

3) Je kunt het verschil uitleggen tussen de begrippen coalitie en oppositie

2e kamer: 150 zetels

Coalitie bestaat nu uit 76 zetels

Oppositie bestaat uit 74 zetels

Wat: Maken vraag 11 t/m 17 op blz. 16+17 WB en blz. 23 HB

Hoe: samenwerken of alleen

Tijd: 20 minuten

Klaar: samenvatten/werken aan een ander vak

H1 paragraaf 5: informatie uit historische bronnen gebruiken

Herhaling lesdoelen vorige les

Bespreken vraag 11 t/m 17 op blz. 16+17 WB 

Wat: Maken vraag 1 t/m 6 op blz. 18+19 WB en 

blz. 24 + 25 HB

Hoe: samenwerken of alleen

Tijd: 20 minuten

Klaar: samenvatten/werken aan een ander vak

H1 paragraaf 6: Examenopdrachten

Wat: Maken vraag 1 t/m 11 op blz. 20 + 21 WB 

          en blz. 26 + 27 HB

Hoe: Eerste 10 minuten zelfstandig in stilte werken

Tijd: 20 minuten

Klaar: samenvatten/werken aan een ander vak

Wat: Invullen gaten in de samenvatting op blz. 23 + 24 WB

Hoe: samenwerken of alleen

Tijd: 20 minuten

Klaar: samenvatten/werken aan een ander vak

Stappenplan deze les

Stap 1: Zijn H1 paragraaf 1 t/m 4 af? 

Stap 2: Maken H1 paragraaf 5 (6 vragen) 

Stap 3: Nakijken H1 paragraaf 5

Stap 4: Werken aan een ander vak of samenvatten H1 GS

Stappenplan Speeddaten

Stap 1: Je krijgt van de docent een kaartje met daarop een onderwerp. Je gaat dit voorbereiden met behulp van je boek

Stap 2: Na 15 minuten gaan wij speeddaten. Je vertelt per rondje (1 minuut p.p.) zoveel mogelijk over je onderwerp

Stap 3:????

Stap 4: Profit! We hebben nu belangrijke onderdelen herhaald! :)

Wat: Invullen samenvatting op blz. 23 + 24 WB

Hoe: samenwerken of alleen

Tijd: 20 minuten, daarna klassikaal bespreken. 

Klaar: samenvatten/werken aan een ander vak