This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Meester in de Engelse grammatica
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de toepassing van de verleden tijd, de tegenwoordige voltooide tijd en de tegenwoordige voltooide tijd continu begrijpen en gebruiken.
Slide 2 - Slide
Wat weet je al over de verleden tijd, de tegenwoordige voltooide tijd en de tegenwoordige voltooide tijd continu?
Slide 3 - Mind map
Verleden Tijd - Past Simple
De 'Past Simple' wordt gebruikt om acties in het verleden te beschrijven die zijn voltooid. Bijvoorbeeld: 'I visited London last summer.'
Slide 4 - Slide
Tegenwoordige Voltooide Tijd - Present Perfect
De 'Present Perfect' wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn begonnen en tot op heden doorgaan of net zijn voltooid. Bijvoorbeeld: 'I have lived in this city for five years.'
Slide 5 - Slide
Tegenwoordige Voltooide Tijd Continu - Present Perfect Continuous
De 'Present Perfect Continuous' wordt gebruikt om de duur van een actie te benadrukken die in het verleden begon en tot op heden voortduurt. Bijvoorbeeld: 'She has been studying for two hours.'
Slide 6 - Slide
Oefening - Verleden Tijd
Geef een reeks zinnen en vraag de leerlingen om de juiste vorm van de 'Past Simple' in te vullen.
Slide 7 - Slide
Oefening - Tegenwoordige Voltooide Tijd
Laat de leerlingen zinnen maken met behulp van de 'Present Perfect' en vraag hen om hun zinnen met een partner te delen.
Slide 8 - Slide
Oefening - Tegenwoordige Voltooide Tijd Continu
Laat de leerlingen een activiteit beschrijven die ze recentelijk hebben gedaan met behulp van de 'Present Perfect Continuous'.
Slide 9 - Slide
Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen over de behandeling van de grammaticale tijden.