61e les
1 / 49
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 49 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Aujourd'hui, c'est le mercredi 9 mars
Bienvenue au cours de français!
Slide 3 - Slide
AUJOURD'HUI Vandaag
- Quel est le Top tip!
- Plus de mots pour décrire APP6
- C'est quoi, ce truc?
- rep U2
Slide 4 - Slide
TIP en TOP - SO nakijken
- je TOP: Wat heb je goed gedaan?
- je TIP: wat kun je beter doen?
GOED GEDAAN !
Slide 5 - Slide
le TOP TIP est...
- MEER/BETER LEREN
-niet op het laatste moment
-regelmatig
- toepassing (oefeningen)
- schrijven
- IK HELP JULLIE ....
Slide 6 - Slide
... de LEER huiswerk check F - NL / NL-F
Slide 7 - Slide
Plus de mots pour décrire APP6 page 116
- C'est en...
- L'objet a une forme...
- L'objet est ... (couleur)
Slide 8 - Slide
Dialoog 3 Page 105 Oefenen met nieuwe woorden (ex. 19p 107)
- Iedereen leest mee. 1 leerling leest 1 zin hardop, dan de volgende leerling.
- Ik herhaal een paar zinnen.
- Ik stel een paar vragen aan de hele klas over het geheel in grote lijnen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
On corrige l'interro - SO nakijken
Schrijf op je SO:
- je TOP: Wat heb je goed gedaan?
- je TIP: wat kun je beter doen?
Slide 12 - Slide
On devine: C'est qui? C'est quoi, ce truc?
We raden: wie is het? Wat is het, dat ding?
- C'est en...
- L'objet a une forme...
- L'objet est ... (couleur)
- La personne a...
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
On corrige l'interro - SO nakijken
Voorbeelden
- regelmatig geleerd
- Vooral fouten bij de werkwoorden
- herhalen APP3 of APP5?
- Oefeningen voor APP 3 en 5
- worden schrijven
- flexuur (vrijdag)
- etc
timer
8:00
Slide 15 - Slide
On devine: C'est qui? C'est quoi?
We raden: wie is het? Wat is het?
- p. 108 Exercice 22 A.
On lit le dialogue ensemble.
Slide 16 - Slide
APP 5 Bijvoeglijk naamwoord : wat leer je?
- UITGANGEN van het bijvoeglijk naamwoord
algemene regel (1.5)
bijzondere vormen (2.3)
- de PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord: (1.5)
algemene regel
uitzonderingen --> 12 in een rijmpje (p. 131 grammaire 4.1)
Slide 17 - Slide
APP 5 Bijvoeglijk naamwoord
- UITGANGEN van het bijvoeglijk naamwoord
algemene regel (1.5)
bijzondere vormen (2.3)
- de PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord: (1.5)
algemene regel
uitzonderingen --> 12 in een rijmpje (p. 131 grammaire 4.1)
SO U3 APP1-5
Slide 18 - Slide
APP 5 Bijvoeglijk naamwoord
- UITGANGEN van het bijvoeglijk naamwoord
algemene regel (1.5)
bijzondere vormen (2.3)
- de PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord: (1.5)
algemene regel
uitzonderingen --> 12 in een rijmpje (p. 131 grammaire 4.1)
LEREN
maar niet erop afgerekend in SO
maar niet erop afgerekend in SO
Slide 19 - Slide
APP 5 Bijvoeglijk naamwoord - uitgangen - algemene regel
E S ES
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt
GEEN EXTRA E ACHTER E
GEEN EXTRA S ACHTER S en X
GEEN EXTRA E ACHTER E
GEEN EXTRA S ACHTER S en X
- m/ev bnw eindigt op -e, geen extra e bij vrouwelijk: rouge--> une chose rouge.
- m/ev bnw eindigt op -s, geen extra s bij mv/m . français--> deux garçons français
- m/mv bnw eindigt op -x, geen extra s bij mv/m vieux--> des vieux bâtiments
Slide 20 - Slide
APP 5 Bijvoeglijk naamwoord - de plaats
LEER p. 131 grammaire 4.1
- Hoofdregel: achter het woord staat waarover het iets zegt. un garçon néérlandais
- Uitzonderingen. zie 12 uitzonderingen in rijmpje p. 131
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
APP 5 on s'exerce --> later, doe het blad in je boek of schrift
Slide 23 - Slide
APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen
Slide 24 - Slide
APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen (1)
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt:
- een e, als het bij een woord hoort dat vrouwelijk is. ma grande soeur
- een s als het bij een woord hoort dat meervoud is. mes grands frères
- een es als het bij een woord hoort dat vrouwelijk en meervoud is. mes grandes soeurs.
- Bijzondere vormen (1)
- bon ,bonne beau, belle blanc ,blanche
- fou, folle long, longue gros, grosse
- vieux, vieille nouveau, nouvelle
Slide 25 - Slide
APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen (2)
- X --> SE heureux --> heureuse of heureuses
il est heureux--> elle est heureuse
ils sont heureux --> elles sont heureuses.
- F --> VE sportif --> sportive
il est sportif --> elle est sportive
ils sont sportifs --> elles sont sportives
Slide 26 - Slide
APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen (3)
- X --> SE heureux --> heureuse of heureuses
il est heureux--> elle est heureuse
ils sont heureux --> elles sont heureuses.
- F --> VE sportif --> sportive
il est sportif --> elle est sportive
ils sont sportifs --> elles sont sportives
Slide 27 - Slide
Huiswerk APP 1
Slide 28 - Slide
Huiswerk APP 2
Slide 29 - Slide
APP 5 uitspraak
boek p. 98 exercice 11 B répète!
Slide 30 - Slide
Planning t.b.v. SO U3 App 1-5
- ateliers (maandag 21 februari) (woorden en zinnen/ mettre/bnw)
- SO U3 App 1-5 (woensdag 23 februari)
- Zinnen maken in het Frans (vrijdag 25 febuari, voorbereiding op volgende repetitie)
Slide 31 - Slide
APP 5 uitspraak
boek p. 98 exercice 11 A
- 1 blond
- 2 verte
- 3 bonne
- 4 mauvaise
- 5 embêtant
- 6 grand
- 7 sérieuse
- 8 ronde
Slide 32 - Slide
Huiswerk APP 1
Slide 33 - Slide
Huiswerk APP 2
Slide 34 - Slide
Huiswerk les couleurs
Slide 35 - Slide
APP 2: Maak aantekeningen (2)
- je trouve que ... = ik vind dat ...
- Voorbeeld: combineer met zin : ce film est très bien. deze film is heel goed.
--> Je trouve que ce film est très bien. Ik vind dat deze film heel goed is. - WERKWOORD IN HET FRANS BLIJFT OP DEZELFDE PLAATS ALS IN DE OORSPRONKELIJKE ZIN.
Onderwerp / gezegde / lijdend voorwerp/ meewerkend voorwerp/ bijwoordelijke bepaling
gezegde: persoonsvorm/ infinitief - Je trouve que + zin
- On fait l' exercice 3B page 89 ensemble.
Slide 36 - Slide
APP 2: Maak aantekeningen (1)
- j'ai vu = ik heb gezien
(voir= zien) --> tu vois= jij ziet (1. 2)
--> on se voit = we zien elkaar (2.2)
Slide 37 - Slide
APP 2: Exercice 3B, gebruik indien nodig woorden uit 3A
Slide 38 - Slide
APP 2: Maak aantekeningen (3)
- Je trouve que ...
- vervoeging trouver --> vervoeging jou-er. (1.3)
trouv-ER
je trouve
tu trouves
il/ elle/on trouve
nous trouvons
vous trouvez
ils/elles trouvent
Slide 39 - Slide
APP 4 - la prononciation - de uitspraak p. 115
Slide 40 - Slide
AUJOURD'HUI Vandaag
- Contrôle des devoirs: APP 1,2,3.
(huiswerk check) - Prends des notes (APP 2 et faire des phrases)
(Maak aantekeningen....zinnen maken) - On corrige l'interro.
(Repetitie nakijken vrijdag) - Références à Edith Piaf dans l' unité 3
(Verwijzingen naar.....)
Slide 41 - Slide
APP 4 - dialogue 2 - chat trouvé, chat perdu p. 98-99
On fait
- l'exercice 12 - 3 & 4 page 98
- l'exercice 13 - 4 t/m 7 page 99
On fait l'exercice 14 A page 99
Sneller klaar? laat het in de chat weten.
en begin met leren van APP4
Slide 42 - Slide
edition.thiememeulenhoff.nl
Slide 43 - Link
APP 4 - exercice 14 - on téléphone au cinéma p. 99
On fait
- l'exercice 14-A page 99
Slide 44 - Slide
Nakijken/ leren van repetitie U2
(in het teken van Corona en quarantaine)
Slide 45 - Slide
Leren van REP
- Wat valt je op bij de fouten?
waar de meeste fouten?
in een bepaalde categorie of niet?
bv: bezit. vnw & m/v
SOORT FOUTEN
AANTAL
vervoeging
pouvoir
pouvoir
kennis woorden
mannelijk/vrouwelijk
spelling, accenten
Het bezittelijk voornaamwoord
zinnen ?
Oefening B?
Niet opgelet? Niet opnieuw gelezen?
Slide 46 - Slide
Nakijken/ leren van repetitie U2
--> schrijf een TOP en een TIP aan jezelf
- regelmatig leren
- quizlet gebruiken
- QR codes luisteren
- woorden schrijven (spelling/accenten)
- opnieuw lezen, en checken mv/v
- opletten instructies
- proberen ook als ik niet weet (vooral zinnen en Oefening B)
- didactische toets gebruiken om grammatica te checken
- flexuur & docent vragen
- XXT / mon ton son overzichten ;))
- dit ga ik herhalen: bv être/avoir of nous/vous
Slide 47 - Slide
Mijn gouden tip: Jacqueline
Slide 48 - Slide
Olifantenpad in je hersenen
De kracht van herhaling
