58e les

1 / 46
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui,  c'est le mercredi 16 février 
Bienvenue au cours de français!

Microfoon uit, camera aan 

Slide 3 - Slide

AUJOURD'HUI                         Vandaag

  • APP 5 : on corrige les exercices 
  • APP 4 
  • Nakijken repetitie / corriger l'interro 

Slide 4 - Slide

APP 5 on corrige les exercices   
boek  p. 126-127     exercice 16 G en 16 H


Slide 5 - Slide

APP 5 oefenen  
boek  p. 126-127     on corrige l'exercice 16 G 


Slide 6 - Slide

APP 5 oefenen  
boek  p. 126-127     on corrige l'exercice 16 H  



  • 1 voiture rose
  • 2 entrainement intensif
  • 3 prix internationaux
  • 4 vieil appartement
  • 5 glace délicieuse
  • 6 bonne équipe
  • 7 belles fleurs
  • 8 placards moches / armoires moches

Slide 7 - Slide

APP 4 - la prononciation    - de uitspraak   p. 115

Slide 8 - Slide

APP 4 - dialogue 2  - chat trouvé, chat perdu   p. 98-99
On fait 
- l'exercice 12  - 3 & 4 page 98
- l'exercice 13 - 4 t/m 7 page 99
On fait l'exercice 14 A page 99

Sneller klaar? laat het in de chat weten.
en begin met leren van APP4 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

APP 4 - exercice 14  - on téléphone au cinéma   p. 99
On fait 
- l'exercice 14-A page 99

Slide 11 - Slide

Nakijken/ leren van repetitie U2 
(in het teken van Corona en quarantaine)

Slide 12 - Slide

Nakijken/ leren van repetitie U2 
--> algemeen 

  • Oefening B:
    0,5 vertaling 
    0,5 juiste zin, ook als je het woord niet vertaalt!
     --> probeer iets!
  • Oefening B: zinnen begrijpen? 
  • Peter ..... zingen (kan) --> peut 
    Peter en Tim  .....2 broers. (hebben) --> ont 
    niet hele werkwoord pouvoir of avoir !!!!! 
  • Zinnen vertalen: vrijdag 25 februari
    (tbv volgende rep, geen zinnen vertalen in SO)
  • xxt / ma ta sa etc opgeschreven ;) ;) 
     

Slide 13 - Slide

Nakijken/ leren van repetitie U2 
--> schrijf een TOP en een TIP aan jezelf

Slide 14 - Slide

Leren van REP
  • Wat valt je op bij de fouten? 

    waar de meeste fouten?
    in een bepaalde categorie  of niet?

    bv: bezit. vnw & m/v


SOORT FOUTEN 
AANTAL
vervoeging 
pouvoir 
kennis woorden
mannelijk/vrouwelijk
spelling, accenten
Het bezittelijk voornaamwoord
zinnen ?
Oefening B? 
Niet opgelet? Niet opnieuw gelezen?

Slide 15 - Slide

Nakijken/ leren van repetitie U2 
--> schrijf een TOP en een TIP aan jezelf

  • regelmatig leren
  • quizlet gebruiken
  • QR codes luisteren
  • woorden schrijven (spelling/accenten)
  • opnieuw lezen, en checken mv/v
  • opletten instructies
  • proberen ook als ik niet weet (vooral zinnen en Oefening B)
  • didactische toets gebruiken om grannatica te checken
  • flexuur &  docent vragen 
  • XXT / mon ton son overzichten ;))
  • dit ga ik herhalen: bv être/avoir of nous/vous 

Slide 16 - Slide

Mijn gouden tip: Jacqueline 

Slide 17 - Slide

Olifantenpad in je hersenen
De kracht van herhaling 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord : wat leer je?    


  • UITGANGEN van het bijvoeglijk naamwoord 
    algemene regel  (1.5)
    bijzondere vormen (2.3)

  • de PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord: (1.5) 
    algemene regel
    uitzonderingen --> 12 in een rijmpje (p. 131   grammaire 4.1)

Slide 20 - Slide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord     


  • UITGANGEN van het bijvoeglijk naamwoord 
    algemene regel  (1.5)
    bijzondere vormen (2.3)

  • de PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord: (1.5) 
    algemene regel
    uitzonderingen --> 12 in een rijmpje (p. 131   grammaire 4.1)
SO U3 APP1-5

Slide 21 - Slide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord     


  • UITGANGEN van het bijvoeglijk naamwoord 
    algemene regel  (1.5)
    bijzondere vormen (2.3)

  • de PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord: (1.5) 
    algemene regel
    uitzonderingen --> 12 in een rijmpje (p. 131   grammaire 4.1)
LEREN
 maar niet erop afgerekend in SO

Slide 22 - Slide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord - uitgangen - algemene regel


E       S        ES 

LET
 OP!!! 
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt 
GEEN EXTRA E    ACHTER E
GEEN EXTRA S    ACHTER S  en X 

  • m/ev bnw eindigt op -e, geen extra e bij vrouwelijk:               rouge--> une chose rouge
  • m/ev bnw eindigt op -s, geen extra s bij mv/m .   français--> deux garçons français
  • m/mv bnw eindigt op -x, geen extra s bij mv/m   vieux-->      des vieux bâtiments   

Slide 23 - Slide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord     -   de plaats
LEER p. 131  grammaire 4.1 



  • Hoofdregel: achter het woord staat waarover het iets zegt.  un garçon néérlandais
  • Uitzonderingen.  zie 12 uitzonderingen in rijmpje p. 131

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

APP 5  on s'exerce --> later, doe het blad in je boek of schrift 

Slide 26 - Slide

APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen (1)


Een bijvoeglijk naamwoord krijgt:
  • een e, als het bij een woord hoort dat vrouwelijk  is.    ma grande soeur
  • een s  als het bij een woord hoort dat meervoud is.     mes grands frères
  • een es als het bij een woord hoort dat vrouwelijk en meervoud is.    mes grandes soeurs.
  • Bijzondere vormen (1)  
  • bon ,bonne         beau, belle         blanc ,blanche
  • fou, folle              long, longue        gros, grosse 
  • vieux, vieille        nouveau, nouvelle 

Slide 29 - Slide

APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen (2)



  • X --> SE             heureux            --> heureuse   of heureuses
                            il est heureux--> elle est heureuse
                            ils sont heureux --> elles sont heureuses.
                           
  • F --> VE          sportif   -->  sportive
                                 il est sportif --> elle est sportive
                                 ils sont sportifs --> elles sont sportives

Slide 30 - Slide

APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen (3)



  • X --> SE             heureux            --> heureuse   of heureuses
                            il est heureux--> elle est heureuse
                            ils sont heureux --> elles sont heureuses.
                           
  • F --> VE          sportif   -->  sportive
                                 il est sportif --> elle est sportive
                                 ils sont sportifs --> elles sont sportives

Slide 31 - Slide

APP5: Bijvoeglijk naamwoord 
Uitgangen: bijzondere vormen - SAMENVATTING
STAAT OP CLASROOM

Bijzondere vrouwelijke vormen  
  • bon ,bonne         beau, belle         blanc ,blanche   fou, folle 
      long, longue        gros, grosse     vieux, vieille        nouveau, nouvelle 
  • X --> SE             heureux            --> heureuse   of heureuses
  • F --> VE          sportif   -->  sportive
 Bijzondere mannelijke vormen 
  • -eau --> eaux          mes nouveaux voisins   
  • -al --> aux                 les musées nationaux
  • mannelijk woord in enkelvoud begint met klinker of stomme h? 
    --> vieil, nouvel, bel   
    un bel homme. le nouvel an. un vieil ami. 

Slide 32 - Slide

Huiswerk APP 1 

Slide 33 - Slide

Huiswerk APP 2 

Slide 34 - Slide

Huiswerk les couleurs 

Slide 35 - Slide

APP 5 uitspraak 
boek  p. 98     exercice 11 B    répète! 


Slide 36 - Slide

Planning t.b.v. SO U3 App 1-5  



  • ateliers (maandag 21 februari) (woorden en zinnen/ mettre/bnw)
  • SO U3 App 1-5    (woensdag 23 februari)
  • Zinnen maken in het Frans (vrijdag 25 febuari, voorbereiding op volgende repetitie)

Slide 37 - Slide

APP 5 uitspraak 
boek  p. 98     exercice 11 A


  •  1 blond
  •  2 verte
  •  3 bonne
  •  4 mauvaise
  •  5 embêtant
  •  6 grand
  •  7 sérieuse
  •  8 ronde

Slide 38 - Slide

Huiswerk APP 1 

Slide 39 - Slide

Huiswerk APP 2 

Slide 40 - Slide

Huiswerk les couleurs 

Slide 41 - Slide

APP 2: Maak aantekeningen       (2)
  • je trouve que ... = ik vind dat ...
  • Voorbeeld:   combineer met zin : ce film est très bien. deze film is heel goed.
    --> Je trouve que ce film est très bien. Ik vind dat deze film heel goed is
  • WERKWOORD IN HET FRANS BLIJFT OP DEZELFDE PLAATS ALS IN DE OORSPRONKELIJKE ZIN. 
    Onderwerp /
    gezegde / lijdend voorwerp/ meewerkend voorwerp/ bijwoordelijke bepaling
    gezegde: persoonsvorm/ infinitief
  • Je trouve que + zin 

  • On fait l' exercice 3B page 89 ensemble. 

Slide 42 - Slide

APP 2: Maak aantekeningen       (1)
  • j'ai vu = ik heb gezien 
     (voir= zien) --> tu vois=  jij ziet  (1. 2)
                             --> on se voit = we zien elkaar (2.2)

Slide 43 - Slide

APP 2:  Exercice 3B, gebruik indien nodig woorden uit 3A

Slide 44 - Slide

APP 2: Maak aantekeningen       (3)
  • Je trouve que ...
  • vervoeging trouver --> vervoeging jou-er. (1.3)
    trouv-ER
    je trouve 
    tu trouves 
    il/ elle/on  trouve
    nous trouvons  
    vous trouvez  
    ils/elles trouvent  

Slide 45 - Slide

AUJOURD'HUI                         Vandaag

  • Contrôle des devoirs: APP 1,2,3.
    (huiswerk check)
  • Prends des notes (APP 2 et faire des phrases)
    (Maak aantekeningen....zinnen maken)
  • On corrige l'interro.
    (Repetitie nakijken  vrijdag)
  • Références à Edith Piaf dans l' unité 3 
    (Verwijzingen naar.....)

Slide 46 - Slide