Planten en hun geslachtelijke voortplanting

Planten en hun geslachtelijke voortplanting

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je hoe planten zich geslachtelijk voortplanten.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet je al over de geslachtelijke voortplanting van planten?

Geslachtelijke voortplanting

Planten kunnen zich geslachtelijk voortplanten door middel van bloemen.

Leg uit wat geslachtelijke voortplanting is en hoe bloemen hierbij betrokken zijn.

De functie van bloemen

Bloemen hebben als functie om pollen te produceren en te ontvangen.

Leg uit welke functie bloemen hebben bij geslachtelijke voortplanting.

Mannelijke en vrouwelijke delen

Een bloem heeft mannelijke delen (meeldraden) en vrouwelijke delen (stamper).

Laat zien hoe een bloem er van binnen uitziet en welke delen er zijn.

Bestuiving

Bestuiving vindt plaats wanneer pollen van de meeldraden op de stamper terechtkomen.

Leg uit wat bestuiving is en hoe het plaatsvindt.

Bevruchting

Na bestuiving groeit er een buisje van de stuifmeelkorrel naar de eicel in de stamper, waar bevruchting plaatsvindt.

Leg uit wat er gebeurt na bestuiving en hoe bevruchting plaatsvindt.

Zaadjes

Na bevruchting ontstaat er een zaadje in de bloem.

Laat zien hoe een zaadje ontstaat en wat de functie ervan is.

Verschillende soorten bloemen

Er zijn verschillende soorten bloemen, zoals een- en tweeslachtige bloemen.

Leg uit wat het verschil is tussen een- en tweeslachtige bloemen.

Zelfbestuiving

Bij zelfbestuiving vindt bestuiving plaats binnen dezelfde bloem of plant.

Leg uit wat zelfbestuiving is en wanneer dit plaatsvindt.

Kruisbestuiving

Bij kruisbestuiving vindt bestuiving plaats tussen verschillende bloemen of planten.

Leg uit wat kruisbestuiving is en wanneer dit plaatsvindt.

Samenvatting

Tijdens deze les hebben we geleerd hoe planten zich geslachtelijk voortplanten en wat de functies zijn van bloemen, de mannelijke en vrouwelijke delen, bestuiving en bevruchting. We hebben ook geleerd over verschillende soorten bloemen en bestuivingstechnieken.

Vat de belangrijkste punten van de les samen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.