Elke schakel in de keten heet een trofisch niveau.
De eerste schakel is altijd een autotroof. Een organisme wat anorganische stoffen om kan zetten in organische stoffen (bijvoorbeeld fotosynthese). Vaak is dit een plant, bijvoorbeeld algen. Zij worden ook wel producenten genoemd.
Consumenten zitten in de tweede en alle daaropvolgende schakels. Zij hebben andere organismen nodig om aan energie te komen. De consument van de eerste orde is een planteneter. Een consument van de tweede orde en verder is een vleeseter.
Alleseters eten zowel planten als vlees.