What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefenen met naamvallen +3 +4
Naamvallen
Waar denk je aan?
1 / 14
next
Slide 1:
Mind map
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
10 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Naamvallen
Waar denk je aan?
Slide 1 - Mind map
Welke voorzetsels horen bij de 3e naamval?
A
durch für ohne um
B
aus bei durch in
C
aus seit von zu
D
auf über von um
Slide 2 - Quiz
Welke voorzetsels horen bij de 4e naamval?
A
durch von um aus
B
für um bis gegen
C
entlang gegen seit auf
D
für zu bei ohne
Slide 3 - Quiz
Welk zinsdeel is de 4e naamval in de zin?
A
lijdend voorwerp
B
onderwerp
C
meewerkend voorwerp
D
werkwoord
Slide 4 - Quiz
Welk zinsdeel is de 3e naamval in de zin?
A
lijdend voorwerp
B
onderwerp
C
meewerkend voorwerp
D
werkwoord
Slide 5 - Quiz
Hoe vind je het lijdend voorwerp (4e nv) in de zin?
Je vraagt naar.......
A
hij/zij
B
hem of haar
C
hen
D
aan/voor hem of haar
Slide 6 - Quiz
Hoe vind je het meewerkend voorwerp (3e nv) in de zin?
Je vraagt naar.......
A
hij/zij
B
hem of haar
C
hen
D
aan/voor hem of haar
Slide 7 - Quiz
Ich gebe ... (de) Mann eine Hand.
A
den
B
dem
C
der
D
einem
Slide 8 - Quiz
... (de) neue Tasche gefällt mir!
A
der
B
eine
C
die
D
den
Slide 9 - Quiz
Hast du ... (een) Bruder?
A
ein
B
einer
C
den
D
einen
Slide 10 - Quiz
Vul de juiste naamvallen in:
D... Mann sieht d... Kind.
A
Die Mann, das Kind
B
Der Mann, die Kind
C
Der Mann, das Kind
D
Die Mann, den Kind
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
Hij/hem regel toepassen en dan voorzetsel zoeken
B
Voorzetsel zoeken en dan ontleden
C
Eerst voorzetsel zoeken, dan hij/hem regel toepassen
D
Ontleden en daarna hij/hem regel toepassen
Slide 12 - Quiz
die
dem
der
den
einem
Ich sehe ... (de) Katze.
... (de) Mann ist nett.
Ich komme aus ... (het) Haus.
Das Geschenk ist für ... (de) Vater.
Seit ... (een) Jahr bin ich verheiratet.
Slide 13 - Drag question
Gibst du ... (mij) bitte ... (de) Kaffee (M)?
A
mir- der
B
mich -der
C
mir- den
D
mich- den
Slide 14 - Quiz
More lessons like this
oefenen tentamen grammatica 2
February 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3 h Gesundheit DU4 L1
October 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Secondary Education
Oefenen met naamvallen +3 +4
September 2018
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Oefenen met naamvallen +1 +3 +4
May 2020
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 h Gesundheit DU3 L1
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
K4 les 3
April 2022
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2,3
48: naamvallen 3 naamval + voorzetsels
June 2022
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
naamvallen 1e 3e en4e
February 2021
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2