Je kunt benoemen welke complicaties er kunnen optreden tijdens de bevalling.
Je kent de verschijnselen van een slechte conditie van een pasgeborene en kan het verschil benoemen wat betreft een reanimatie van een pasgeborene en volwassene
afwijkende liggingen kind,
niet vorderende ontsluiting
niet vorderende uitdrijving
soorten kunstverlossingen
schouderdystocie
keizersnede,
tweeling
fluxus post partum
Slide 3 - Slide
Floor en Maud
Slide 4 - Slide
Eventueel aanvulling/ verdieping op presentatie door docent
Evaluatie presentatie
Slide 5 - Slide
Beoordeling presentatie op afgesproken beoordelingspunten (O-V-G)
Doel/ inhoud benoemen
Logische opbouw van de les (kop-romp-staart)
Lesdoelen zijn inhoudelijk goed uitgewerkt
De lesstof is begrijpelijk gepresenteerd
Interactie met de groep
Ingezet digitaal hulpmiddel is functioneel/ effectief/ creatief
Slide 6 - Slide
Invullen feedback
Constructief volgens de geleerde regels van feedback.