Cursus 5 Grammatica §3 samengestelde zinnen

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

  • Boek lezen
  • Herhaling vorige lessen
  • Kennen en kunnen
  • Uitleg 
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Herhaling vorige lessen
pv
ond
wwg
lv

Slide 5 - Slide

Benoem het woordsoort.

Lucas heeft een zwerfkatje gevonden.

Lucas =
A
Persoonsvorm
B
Werkwoordelijk gezegde
C
Onderwerp
D
Lijdend voorwerp

Slide 6 - Quiz

Benoem het woordsoort.

Lucas heeft een zwerfkatje gevonden.

heeft gevonden =
A
Persoonsvorm
B
Werkwoordelijk gezegde
C
Onderwerp
D
Lijdend voorwerp

Slide 7 - Quiz

Benoem het woordsoort.

Lucas heeft een zwerfkatje gevonden.

een zwerfkatje =
A
Persoonsvorm
B
Werkwoordelijk gezegde
C
Onderwerp
D
Lijdend voorwerp

Slide 8 - Quiz

'Elke maand houd ik een deel van mijn databundel over.'

Het lijdend voorwerp =
A
Elke maand
B
ik
C
mijn databundel
D
een deel van mijn databundel

Slide 9 - Quiz

'Mijn zus werkt heel hard in de kapsalon.'

Persoonsvorm =
A
Mijn zus
B
werkt
C
werkt heel hard
D
in de kapsalon

Slide 10 - Quiz

  • Enkelvoudige zin
  • Samengestelde zin
  • Persoonsvorm 
  • De persoonsvorm in een zin vinden. 
  • Je weet wat samengestelde zinnen zijn.
  • Samengestelde zinnen herkennen.
  • Van enkelvoudige zinnen, samengestelde zinnen maken.

Slide 11 - Slide

Een zin met één persoonsvorm noemen we een enkelvoudige zin.

Een zin met meer dan 1 persoonsvorm noemen we een samengestelde zin.
--> persoonsvorm vinden (vraagzin of tijd veranderen)
   


Slide 12 - Slide

Voegwoorden
Om twee zinnen aan elkaar te plakken, heb je dus voegwoorden nodig (want, omdat, daardoor, als, enz.)

Begin van de zin: 
Omdat ik jarig ben, mag ik zelf kiezen wat we eten.
Middenin de zin:
Ik mag zelf kiezen wat we eten, omdat ik jarig ben.

Slide 13 - Slide

Samengestelde zinnen maken
Hij verhuist naar Haarlem. Hij heeft daar een stageplek gevonden.

Kun je hier een samengestelde zin van maken?

...............................................................................................

Slide 14 - Slide

  • Wat: maak paragraaf 3 blz. 180-181
  • Hoe: individueel
  • Hulp: boek + schrift, mevrouw de Vries
  • Tijd: 12 min
  • Uitkomst: zelf nakijken
  • Klaar?: Lezen in je leesboek
timer
12:00

Slide 15 - Slide

Een samengestelde zin heeft altijd twee pv's.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Kies uit: Wat zijn voegwoorden?
A
of, want, ik, hij
B
tafelpoot, stoelendans, kamerscherm
C
maar, want, omdat, en, of

Slide 17 - Quiz

1) Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?

Mijn opa en oma zijn al vijftig jaar bij elkaar.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 18 - Quiz

2) Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?

Mijn neef heeft het winnende doelpunt gemaakt, dus nu zijn wij kampioen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 19 - Quiz

3) Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?

Deze mensen zouden het theater willen bezoeken.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 20 - Quiz

4) Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?

Als ik dat ene cijfer op kan halen, ben ik trots op mezelf.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video