Theorie leesvaardigheid vwo 5

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?
1 / 10
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 1 - Open question

Wat is de functie van de inleiding?
A
De aandacht trekken
B
Het onderwerp introduceren
C
De opbouw van de tekst aangeven
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste manier van citeren?
A
Maar zijn de beschuldigingen ook waar?
B
"Maar zijn de beschuldigingen ook waar?"
C
Maar zijn de beschuldigingen ook waar? (regel 15-16)
D
"Maar zijn de beschuldigingen ook waar?" (regel 15-16)

Slide 3 - Quiz

Chronologisch
Toegevend
Redengevend
Oorzakelijk
Toelichtend
Omdat
Vervolgens
Daarna
Immers
Doordat
Zodat
Hoewel
Weliswaar
Zo
Bijvoorbeeld
Daarom
Nadat

Slide 4 - Drag question

Van welke drogreden is hier sprake?
Leerlingen uit het buitenland hebben moeite met het Nederlands, want ze hebben qua Nederlands een taalachterstand.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist oorzakelijk verband
C
Overhaaste generalisatie
D
Verkeerde vergelijking

Slide 5 - Quiz

Van welke drogreden is hier sprake?
Alle christelijke feestdagen moeten vrije dagen blijven. Dat is altijd al zo geweest.
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Onjuist oorzakelijk verband
D
Beroep op traditie

Slide 6 - Quiz

Van welke drogreden is hier sprake?
Als de examenklassen studieverlof hebben, hebben wij daar ook recht op.
A
Cirkelredenering
B
Verkeerde vergelijking
C
Overhaaste generalisatie
D
Onjuist beroep op autoriteit

Slide 7 - Quiz

Informeren
Opiniëren/
beschouwen
Activeren
Amuseren
Overtuigen
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
De schrijver wil je aan het denken zetten.
De schrijver wil je overhalen om iets wel of niet te doen.
De schrijver wil je vermaken.
De schrijver wil je mening beïnvloeden.

Slide 8 - Drag question

Van welk argumentatieschema is hier sprake?
Het zal mij verbazen als de gymles vandaag buiten is. Er wordt namelijk veel regen voorspeld.
A
Oorzaak en gevolg
B
Overeenkomst en vergelijking
C
Kenmerk of eigenschap
D
Voorbeelden

Slide 9 - Quiz

Van welk argumentatieschema is hier sprake?
Leerlingen zijn geïnteresseerd in literatuur. Zo lezen ze graag in hun vrije tijd en bereiden ze hun mondeling goed voor.
A
Oorzaak en gevolg
B
Overeenkomst en vergelijking
C
Kenmerk of eigenschap
D
Voorbeelden

Slide 10 - Quiz