Schrijven - werkwoordspelling VT week 39/40

Nederlands
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOMiddelbare schoolStudiejaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Welk van de onderstaande werkwoorden is een zwak werkwoord?
A
zong
B
liep
C
beantwoordde
D
begreep

Slide 2 - Quiz

Hoe schrijf je het werkwoord in de vt?
'Toen ik je gisteren tegenkwam ... (groeten) jij mij niet.'

Slide 3 - Open question

Wat is juist?
A
Ik beantwoorde jouw e-mail te laat.
B
Ik beantwoordde jouw e-mail te laat.

Slide 4 - Quiz

Hoe schrijf je het werkwoord in de vt?
'Ik ... (beven) enorm toen ik zag wat er gebeurd was.'

Slide 5 - Open question

Wat is juist?
A
Wij verbaasten ons er niet over.
B
Wij verbaasden ons er niet over.

Slide 6 - Quiz

Wat is juist?
A
Jeanne judode tijdens het evenement.
B
Jeanne judoode tijdens het evenement.

Slide 7 - Quiz

Dictee oefening 1

Slide 8 - Open question

Dictee oefening 2

Slide 9 - Open question

Dictee oefening 3

Slide 10 - Open question

Dictee oefening 4

Slide 11 - Open question

Bedenk (in tweetallen) drie zinnen met daarin een voltooid deelwoord.

Slide 12 - Mind map

Werkwoordspelling verleden tijd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide