Tweede Kamer, direct gekozen door het volk, 150 leden
Eerste Kamer (ook wel: Senaat), gekozen door Provinciale Staten, 75 leden
De Kamers worden in principe 1 keer in de 4 jaar gekozen
Slide 14 - Slide
De regering
Formeel koning en ministers
Kabinet: ministers en staatssecretarissen (bestuurders)
Vertrouwensregel: het kabinet/regering moet vertrouwen hebben van het Parlement (essentie parl. democratie)
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Provincie
12 provincies die het werk doen waar de landelijke overheid te groot, en de gemeente te klein voor is zoals:
ruimtelijke ordening (aanleg recreatie, wegen terreinen, kanalen etc.)
Toezicht op naleving milieuwetten
Slide 17 - Slide
Gemeente
Gemeente vormt de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat, met taken als:
verlenen subsidies aan verenigingen en instanties
infrastructuur (rotondes, fietspaden etc.)
uitgifte reisdocumenten, identiteitsbewijzen etc.
Slide 18 - Slide
Begrippen
Kabinet: bestuur van het land, bestaande uit ministers en staatssecretarissen
Vertrouwensregel: belangrijke regel die inhoudt dat een regering het vertrouwen van het parlement moet hebben en anders moet aftreden
Gedecentraliseerde eenheidsstaat: staat waarbinnen de landelijke overheid bepaalde bevoegdheden aan lagere organen heeft overgedragen (provincie/gemeente)
Referendum: Volksstemming
Democratie: Letterlijk 'het volk regeert'. Stelsel waarin het volk beslist, al dan niet via door het volk gekozen vertegenwoordigers
Dictatuur: Staat waarbinnen geen scheiding is tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht en waar de overheid geweld tegen de oppositie gebruikt
Indirecte democratie: Het volk zelf beslist niet over zaken, maar laat dit over aan een volksvertegenwoordiging
Parlement: volksvertegenwoordiging. In NL is dit de 1e en 2e kamer.
Slide 19 - Slide
De provincies hebben invloed op de samenstelling van het parlement. Leg uit op welke wijze zij die invloed uitoefenen.
Slide 20 - Open question
Leg uit waarom de vertrouwensregel essentieel is voor de parlementaire democratie
Slide 21 - Open question
DILEMMA
Voor verdere oefening en verdieping maak of bekijk je de leertekst/begrippen en vragen uit je schoolboek-methode!