5.4 Voortplanten

5.4 Voortplanten
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.4 Voortplanten

Slide 1 - Slide

Lesplan
1. Lesplan bespreken
2. Verdere uitleg Planten PO
2. Herhaling 5.3
3. Leerdoelen doornemen
5. Uitleg 5.4
6. Zelfwerkzaamheid

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
In deze les leer je.....
1.  de voortplantingsorganen van planten
2. hoe planten bevrucht worden
3. de drie verschillende manieren hoe planten hun zaden verspreiden. 
4. de levenscyclus van een plant

Slide 3 - Slide

Bloemen voor voortplanting
Voortplanting 

Slide 4 - Slide

Meeldraden en stamper
De meeldraden en stamper zijn de voortplantingsorganen van de plant.
stuifmeelkorrel = mannelijke voortplantingscel
eicel = vrouwelijke voortplantingscel

Slide 5 - Slide

proces van bevruchting
Bestuiving                  -->                  bevruchting                 -->          vrucht ontstaat             zaadvorming
 Wind/insect                                              

Slide 6 - Slide

Levenscyclus plant

Slide 7 - Slide

levenscyclus
eenjarige planten: planten die maar 1 jaar leven. 

tweejarige planten: zoals het voorbeeld hiernaast. Vormt in het tweede jaar pas zaden! 

Slide 8 - Slide

Hoe worden zaden verspreid?

Slide 9 - Slide

Zelfwerkzaamheid
Lees: paragraaf 5.4
Maak: opdrachten 5.4 (blauw en ster opdrachten NIET)

Hoe: Individueel of met behulp van je buurman of buurvrouw. 
Met wie: eerste 7 minuten individueel, daarna mag overleggen en vragen stellen. 
Klaar: Ander maak/leerwerk start aan je PO

Slide 10 - Slide

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 11 - Drag question

R3
Levenscyclus plant
.
Een bruine boon is een zaad.
.
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
.
Het worteltje komt naar buiten.
.
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond
.
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
.
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren. De zaadlobben verdwijnen.
.
Er is een volwassen plant ontstaan.
.
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. UIt de bloemen ontstaan peulvruchten met zaden.
.
De zaden zijn de bonen in de peul.

Slide 12 - Drag question