werkwoorden laatste les

Lezen
timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

woorden van de week
houvast = waar je je aan vasthoudt of waar je steun aan hebt (letterlijk en figuurlijk)
In die moeilijke tijd was haar geloof een houvast voor haar.

eigenaardig = vreemd, anders dan normaal
De auto viel op door de eigenaardige kleur. Ik had nog nooit een auto in die kleur gezien.


Slide 2 - Slide

woorden van de week
nivelleren = gelijk maken, zorgen dat de verschillen kleiner worden
De minister wil dat er niet zulke grote verschillen meer zijn tussen de salarissen van mensen. Hij is voor nivellering.

karig = te klein of te weinig
We kregen een karige maaltijd: twee bolletjes rijst.


Slide 3 - Slide

schema werkwoordspelling
Hoe vind je pv?
  1. VT/TT of TT/VT
  2. MV/EV of EV/MV
PV?
schrijf de ik-vorm op!

Slide 4 - Slide

Engelse werkwoorden

Slide 5 - Slide

Engelse werkwoorden

Slide 6 - Slide

Engelse werkwoorden

Hij ...(racen - vt).
A
Hij racte.
B
Hij racette.
C
Hij racde.
D
Hij racete.

Slide 7 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 8 - Quiz

Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd

Slide 9 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd

Slide 10 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede

Slide 11 - Quiz

Engelse werkwoorden

Jij (deleten-tt)
A
deletet
B
delet
C
deletete
D
delete

Slide 12 - Quiz

en nu....
  • snap je de spelling Engelse werkwoorden nog niet goed: volg (nogmaals) de LessonUp hierover en doe oefeningen met de links

  • maken we een bladzijde Struikelblokken en kijken we die zo na!

Slide 13 - Slide