Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes

1 / 60
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 60 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Even een opwarmertje...

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Welk spreekwoord gebruik jij wel eens?

Slide 4 - Open question

Was dat wel een spreekwoord?
Of was het een uitdrukking?
Of eerder een gezegde?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Eens kijken wat je onthouden hebt...

Sleep de kenmerken op de volgende slide naar het juiste begrip.

Slide 7 - Slide

Spreekwoord
Uitdrukking
Gezegde
Algemene 
levenswijsheid
Altijd een zinsdeel
Geen werkwoord
Vaste verbinding van woorden
Onveranderlijk onderwerp
aangepaste formulering
Onderwerp en werkwoord
kunnen aangepast worden

Slide 8 - Drag question

Dat was de theorie, maar kan je ze nu ook herkennen?
Bekijk de vorige dia nog eens aandachtig. 
Bij de volgende oefeningen moet je aangeven wat het is.


Slide 9 - Slide

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Jong geleerd, is oud gedaan."
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 10 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Het loont de moeite."
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 11 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Met man en macht"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 12 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"van jetje geven"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 13 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Joost mag het weten."
A
Spreekwoord
B
uitdrukking
C
Gezegde

Slide 14 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Het gelag betalen"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 15 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"beter laat dan nooit"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 16 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Tot in de kleine uurtjes"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 17 - Quiz

Weet je nog met welk 'spreekwoord' je zelf begonnen was? Noteer het hieronder nog eens opnieuw en noteer tussen haakjes of het een spreekwoord, een uitdrukking of gezegde is.

Slide 18 - Open question


Om welk voorbeeld van figuurlijk taalgebruik gaat het?

Slide 19 - Slide

spreekwoord
uitdrukking
gezegde
Er geen doekjes om winden
het witte doek
je plan trekken
De vogel is gaan vliegen.
een vogel voor de kat zijn
Een vreemde vogel
Dit is inderdaad een uitdrukking.
Je kan deze woordengroep veranderen, zodat het een echte zin wordt. Je kan er een onderwerp aan toevoegen, waardoor je de vorm van het werkwoord moet aanpassen.
Dit is inderdaad een gezegde.
Het is een woordengroep waaraan je niets kan veranderen zonder de betekenis te veranderen. Het is een zinsdeel, geen volledige zin. 
Dit is inderdaad een spreekwoord.
Het is een volledige zin waarin je het onderwerp niet kan veranderen. Er zit een betekenis achter.
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.
Dit is inderdaad een uitdrukking.
Je kan deze woordengroep veranderen, zodat het een echte zin wordt. Je kan er een onderwerp aan toevoegen, waardoor je de vorm van het werkwoord moet aanpassen.
Dit is inderdaad een uitdrukking.
Je kan deze woordengroep veranderen, zodat het een echte zin wordt. Je kan er een onderwerp aan toevoegen, waardoor je de vorm van het werkwoord moet aanpassen.
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.
Dit is inderdaad een gezegde.
Het is een woordengroep waaraan je niets kan veranderen zonder de betekenis te veranderen. Het is een zinsdeel, geen volledige zin. 
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.
Nee, dit is niet juist.
Probeer een van de andere mogelijkheden en lees waarom dit antwoord fout is.

Slide 20 - Slide

Ga naar het online spreekwoordenboek door op de link op de volgende slide te klikken. 
Op de dia daarna moet je combineren. 
Zoek in het online woordenboek wat je niet weet. 
Denk eraan dat ik zie hoe vaak je moest proberen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Carry ... door heel wat kritische vragen te stellen over Fatwa's plan om te verhuizen naar het buitenland.
Het zijn moeilijke tijden voor mijn ouders, maar ik zal hen ... blijven steunen.
Iedereen levert commentaar op het beleid van de directeur, maar zelf voeren ze niets uit. ....
Ze doet alsof ze ... is als het op roken aankomt, maar ik betrapte haar al eens met een sigaret.
Marine gaat net als haar moeder verpleegkunde studeren. ...
Louise zegt dat ze thuis altijd van alles de schuld krijgt. Ze is ... .
De CEO kreeg heel wat kritiek nadat hij zijn nieuwe bedrijfsplan introduceerde. ...
Nathalie kent geen grenzen: een nieuwe smartphone, kleding en handtassen. Zij ... .
De aannemer werkte ... om het huis tijdig afgewerkt te krijgen.
Jaren na het voorval vertelde Bram de waarheid... .
advocaat van de duivel spelen
Nu komt de aap uit de mouw.
De appel valt niet ver van de boom.
een gat in zijn hand hebben
De beste stuurlui staan aan wal.
Hoge bomen vangen veel wind.
het zwarte schaap
met man en macht
een heilig boontje
door dik en dun

Slide 23 - Drag question

Kan je het al?
Duid aan of het om spreekwoord, gezegde of uitdrukking gaat.

Slide 24 - Slide

1. De appel valt niet ver van de boom.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 25 - Quiz

2. een gat in zijn hand hebben
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 26 - Quiz

3. De beste stuurlui staan aan wal.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 27 - Quiz

4. Nu komt de aap uit de mouw.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 28 - Quiz

5. door dik en dun
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 29 - Quiz

6. Hoge bomen vangen veel wind.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 30 - Quiz

7. advocaat van de duivel spelen
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 31 - Quiz

8. met man en macht
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 32 - Quiz

9. het zwarte schaap
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 33 - Quiz

10. een heilig boontje
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 34 - Quiz

Zoek een leuk spreekwoord, een gezegde of een uitdrukking op.
Kies er een dat nog niet in deze lessenreeks voorkwam.
Probeer het uit te beelden. 
Maak een foto van het resultaat.
Post het op de volgende slide.

Slide 35 - Slide

Upload je foto hier.

Slide 36 - Open question

Kijk even naar volgend filmpje...

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Figuurlijk taalgebruik
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes zijn ook voorbeelden van figuurlijk taalgebruik. 
De muizen dansen ook niet echt op tafel als de kat van huis is.

Slide 39 - Slide

Creatief met taal
Door te spelen met de letterlijke en figuurlijke betekenis kan je soms een grappig effect creëren zoals in de vorige video.

Slide 40 - Slide

Veel noten op je zang hebben

Slide 41 - Slide

Wat betekent de uitdrukking
'Veel noten op je zang hebben'?
A
Weinig weten van iets.
B
Heel goed kunnen zingen.
C
Vals zingen.
D
Veel eisen stellen.

Slide 42 - Quiz

Het gras is altijd groener aan de overkant.

Slide 43 - Slide

Wat betekent het spreekwoord
'Het gras is altijd groener aan de overkant'?
A
Kleurenblind zijn
B
Ontevreden zijn
C
Las hebben van de buurman
D
Heel tevreden zijn

Slide 44 - Quiz

Wat betekent de uitdrukking
'Verstek laten gaan'?
A
Niet komen opdagen
B
Een visje vangen
C
Iets fout zagen
D
Iemand laten kiezen

Slide 45 - Quiz

De kogel door de kerk laten gaan

Slide 46 - Slide

Wat betekent de uitdrukking
'De kogel door de kerk laten gaan'?
A
Dingen laten gaan
B
Seks hebben zonder condoom
C
Beslissingen nemen
D
Je overlaten aan de mening van een ander

Slide 47 - Quiz

De sigaar zijn

Slide 48 - Slide

Wat betekent de uitdrukking
'De sigaar zijn'?
A
Iemand die rookt
B
Uitverkocht zijn in de winkel
C
Het slachtoffer zijn
D
Beter zijn dan het gemiddelde

Slide 49 - Quiz

Mijn naam is haas

Slide 50 - Slide

Wat betekent dit spreekwoord?
'Mijn naam is haas'
A
Ik kan heel snel lopen
B
Ik ben de pineut
C
Ik ben misschien oud, maar niet lelijk.
D
Ik weet van niets en wil er niets mee te maken hebben.

Slide 51 - Quiz

Een heilig boontje

Slide 52 - Slide

Wat betekent het volgende gezegde?
'een heilig boontje'
A
Iemand die elke week naar de kerk gaat
B
Iemand die heel braaf is
C
Iemand die doet alsof hij heel keurig is
D
Iemand die beloond wordt voor zijn werk

Slide 53 - Quiz

Maandag houden

Slide 54 - Slide

Wat betekent deze uitdrukking?
'Maandag houden'
A
Trouwen op maandag
B
Van maandag houden
C
Niet werken op maandag
D
Uitslapen

Slide 55 - Quiz

Lachen als een boer met kiespijn

Slide 56 - Slide

Wat betekent deze uitdrukking?
'Lachen als een boer met kiespijn'
A
Lachen zonder iets grappig te vinden.
B
Lachen waardoor je rotte tanden ziet
C
Iemand uitlachen
D
Niet lachen

Slide 57 - Quiz

Alle zeilen bijzetten

Slide 58 - Slide

Wat betekent deze uitdrukkingen?
'Alle zeilen bijzetten'
A
Veel aandacht trekken
B
Belachelijk groot willen zijn
C
Extra je best doen
D
Niets doen en toch lukken.

Slide 59 - Quiz

Slide 60 - Slide