- Bestaat uit het woordje
'en' + het tegenwoordig deelwoord (participe présent)
- In het Nederlands vertaal je de gérondif met een bijzin.
- Het onderwerp dat bij de gérondif hoort, heeft hetzelfde onderwerp als in de hoofdzin.
Je faisais mes devoirs en regardant la télé.
Ik maakte mijn huiswerk, terwijl ik tv keek.