Les 3: Homoniemen Woordenschat

Les 4 woordenschat: homoniemen
1. Telefoons weg, oortjes uit en laptops dicht.

2. Pak je werkboek van woordenschat erbij.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Les 4 woordenschat: homoniemen
1. Telefoons weg, oortjes uit en laptops dicht.

2. Pak je werkboek van woordenschat erbij.

Slide 1 - Slide

Verwachtingen in de les
1. Wil je iets zeggen/vragen? Dan steek je je vinger op.
2. Als er iemand aan het woord is, luistert de rest en zijn we dus stil.
3. Overleggen? Dan doen we dat op fluistertoon.

Slide 2 - Slide

Lesplanning
1. Lesstart.
2. Huiswerk controleren en bespreken.
3. Zelfstandig werken.
4. Lesafsluiting.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
1. Aan het eind van de les kun je vertellen wat een homoniem is.
2. Aan het eind van de les kun je van een homoniem twee verschillende betekenissen geven.

Slide 4 - Slide

Schoolwerkers: leg blz. 10 & 11 open op tafel.
Thuiswerkers: maak met je mobiel een foto van het huiswerk (p. 10 & 11) en deel het hier.

Slide 5 - Open question

Antwoorden huiswerk laten zien

Slide 6 - Slide

Wat valt je op aan deze foto?
praten - spreken - vertellen

kapot - stuk

blij - vrolijk

Slide 7 - Slide

Uitleg homoniemen bespreken

Pak de uitleg over homoniemen voor je (pagina 12).

Slide 8 - Slide

Samen opdracht 1 maken
Pak opdracht 1 voor je. (bladzijde 13).

Slide 9 - Slide

Opdracht maken (10 min.)

1. Maak opdracht 1 (homoniemen) uit het woordenschatboekje.
2. Klaar? Haal niet gemaakte huiswerk in. Ga daarna verder met opdracht 2.

Overleggen doen we op fluistertoon.
Thuiswerkers: Vragen in de chat zetten.

Slide 10 - Slide

Huiswerk voor morgen:
Maak opdrachten 1 t/m 3 over homoniemen af als je die nog niet af hebt.

Slide 11 - Slide