Deadline 2e boek: uit: 22 januari en 29 januari opdracht inleveren
UItleg homoniem/homofoon
Nakijken opdracht opdracht 2 (blz 34)
Evaluatie en afsluiting
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Vandaag
Stillezen in nieuw boek
Deadline 2e boek: uit: 22 januari en 29 januari opdracht inleveren
UItleg homoniem/homofoon
Nakijken opdracht opdracht 2 (blz 34)
Evaluatie en afsluiting
Slide 1 - Slide
Ga rustig zitten. Telefoon in de tas, pak je boek en begin met lezen. Geen leesboek mee? Dan krijg je een vervangende opdracht en zet ik dit in somtoday.
Welkom klas 2
Grammatica
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Vandaag
Stillezen in nieuw boek
Deadline 2e boek: uit: 22 januari en 29 januari opdracht inleveren
UItleg homoniem/homofoon
Nakijken opdracht opdracht 2 (blz 34)
Evaluatie en afsluiting
Slide 3 - Slide
vorige les
Je begrijpt de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.
Je begrijpt de betekenis van verschillende moeilijke woorden.
Lijsten met woorden staan in It's Learning. De dicteewoorden staan in je schrift
Slide 4 - Slide
Stappenplan
moeilijke woorden
het schema geeft aan hoe je de betekenis van woorden kunt vinden
kijk op blz 32 in je leerboek
Slide 5 - Slide
Mededelingen
Heeft iedereen opdracht 2 (blz 33 af)
Wie nog niet?
Slide 6 - Slide
leerdoel deze week
Je kent het verschil tussen homoniemen en homofonen.
maken blz. 34 opdracht 4 en 6
Slide 7 - Slide
Homofoon
Een woord dat hetzelfde klinkt, maar dat je anders schrijft en dat iets anders betekent.
hard - hart
lijden - leiden
Slide 8 - Slide
Homofonen
woorden klinken hetzelfde maar je schrijft ze verschillend:
licht-ligt
rat-rad
kou-kauw
lijden-leiden
Slide 9 - Slide
Homoniem
Een woord dat je hetzelfde schrijft maar dat meer betekenissen heeft.
Kussen
Kop
Welke ken jij nog?
Slide 10 - Slide
aan de slag
blz. 34 opdracht 3 en 6
zachtjes overleggen mag
Slide 11 - Slide
Huiswerk nakijken
blz. 33, opdracht 2
Slide 12 - Slide
opdracht 2
1. activeren = aansporen, aanzetten, werkzaam maken
2. doorstart (de) = nieuwe start na een mislukking
3. een steentje bijdragen = meehelpen
4. factor = onderdeel, medeoorzaak
5. failliet = bankroet, niet in staat schulden te betalen
Slide 13 - Slide
opdracht 2
6. fanatiek = bezeten, ijverig
7. in eerste instantie = aanvankelijk, in het begin
8. in het verschiet liggen = in de toekomst gaan gebeuren
9. motorisch = in de manier waarop je beweegt
10. reanimeren = weer tot leven wekken
Slide 14 - Slide
Snap je hoe je een schooltaalwoord vindt dat in de zin past?
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Poll
Homofoon of homoniem? kussen
A
homofoon
B
homoniem
Slide 16 - Quiz
Homofoon of homoniem?
A
homofoon
B
homoniem
Slide 17 - Quiz
rat - rad
A
synoniem
B
homoniem
C
homofoon
Slide 18 - Quiz
Op welk taalfenomeen is deze grap gebaseerd?
A
homofoon
B
homoniem
Slide 19 - Quiz
'Bank' is een...
A
homoniem
B
homofoon
Slide 20 - Quiz
Welk woord is homoniem? Russen eten het liefst Amerikaanse burgers.
A
Russen
B
het liefst
C
eten
D
burgers
Slide 21 - Quiz
Evaluatie
Had je opdracht 1 en 2 goed gemaakt?
Welke woorden had je fout?
Volgende week:
Gaan we aan de slag met homoniemen en homofonen hebben.