H5§2 Particulier en collectief

Economie 
3GT
H5§2
Particulier en collectief
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Economie 
3GT
H5§2
Particulier en collectief

Slide 1 - Slide

Wat zijn kenmerken van de collectieve sector? Kies het juiste antwoord.
A
Bedrijven willen winst maken
B
Collectief wordt betaald door overheid met belastinggeld
C
Bedrijven zijn geprivatiseerd
D
Producten en diensten zijn gratis

Slide 2 - Quiz

Basisscholen maken deel uit van de collectieve sector.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Supermarkten maken deel uit van de collectieve sector.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Belastingdienst maakt deel uit van de collectieve sector.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Rijscholen maken deel uit van de collectieve sector.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Jouw gezin maakt deel uit van de collectieve sector.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat wordt betaald van sociale premies?
A
Salaris ambtenaren
B
Politie
C
Subsidies
D
Werkloosheidsuitkering

Slide 8 - Quiz

Baliemedewerkers op het stadhuis zijn ambtenaren.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Docenten zijn ambtenaren.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Provinciesecretarissen zijn ambtenaren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Treinconducteurs zijn ambtenaren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat gebeurt er als de subsidie voor bibliotheken omlaag gaat? Zet in de juiste volgorde.
Minder boeken geleend
Minder werk in bieb
Subsidie lager
Mensen moeten meer betalen voor lenen

Slide 13 - Drag question

Welke afspraken tussen bedrijven zijn verboden, in verband met kartelvorming?
A
Afspraken over het ophalen van afval
B
Afspraken over verkoopprijzen
C
Afspraken over vrije dagen medewerkers

Slide 14 - Quiz

Stelling I: Het tegenovergestelde van nationalisatie is privatisering.
Stelling II: Elk bedrijf in de particuliere sector is geprivatiseerd.
Welke stelling is of welke stellingen zijn juist?
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat gebeurt er als de overheid subsidie gaat geven aan de producenten van deze panelen? Zet in de juiste volgorde.
Mensen gaan panelen aanschaffen
Meer werk voor producenten
Producent krijgt subsidie
Mensen hoeven minder te betalen

Slide 16 - Drag question