modale werkwoorden

Modalverben
1 / 17
next
Slide 1: Mind map
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Modalverben

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welke verschillen zijn er tussen een ZWAK en een MODAAL werkwoord?

Slide 4 - Open question

Schrijf de regels van de modale werwoorden op!

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Vervoeg de modale werkwoorden.

(dürfen) Ab wann .......... Sie wieder trainieren?

Slide 7 - Open question

Vervoeg de modale werkwoorden:

(können) Ich ............... gut kochen

Slide 8 - Open question

Vervoeg de modale werkwoorden.
(mögen) Er ........... seine Lehrerin nicht.

Slide 9 - Open question

Vervoeg de modale werkwoorden.
(wissen) Du ........... noch nicht alles über mich.

Slide 10 - Open question

Vervoeg de modale werkwoorden.

(aardig vinden) Er ........... seine Lehrerin nicht.

Slide 11 - Open question

Vervoeg de modale werkwoorden:

Entschuldigung, ____(mogen) ich Sie etwas fragen?

Slide 12 - Open question

Vervoeg de modale werkwoorden:

(kunnen) .......... du gut Klavier spielen?

Slide 13 - Open question

Vervoeg de modale werkwoorden.

(moeten) Wann ......... sie zum Arzt?

Slide 14 - Open question

Vervoeg de modale werkwoorden:

(kunnen) Mein Freund .............. auch gut kochen.

Slide 15 - Open question

Noem alle modale werkwoorden

Slide 16 - Open question

Maak drie zinnen over school. Gebruik drie verschillende modale werkwoorden

Slide 17 - Open question