2.3 Egypte, een rijk land + 2.4 Piramides II

2.3 +2.4
Egypte, een rijk land + piramides
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

2.3 +2.4
Egypte, een rijk land + piramides

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Stof over landbouw in Egypte herhalen.
Leren hoe Egypte werd bestuurd.
Leren hoe Egyptenaren omgingen met de dood.

Slide 2 - Slide

Landbouw in Egypte

Slide 3 - Mind map

Bestuur van Egypte
  • Irrigatielandbouw was best wel ingewikkeld.
  • --> Mensen moesten goed samenwerken en iemand moest de leiding hebben.
  • --> De farao was de koning van Egypte én de zoon van de zonnegod.
  • Egypte is te groot om in je eentje te besturen.
  • --> De farao bestuurde met hulp van zijn ambtenaren en militairen. 
  • Mensen moesten veel belasting betalen aan de farao.
  • De farao was het staatshoofd van Egypte.

Slide 4 - Slide

De farao
  • De farao was het staatshoofd van Egypte.
  • De farao was de baas van het leger, bestuur en rechters.
  • De farao werd gezien als de menselijke versie van de zonnegod, Ra.
  • --> De farao werd aanbeden als een god.
  • --> De farao regeert verder na de dood als god.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Aan de slag!
Maak op blz. 29-31 in je werkboek opdracht 1, 2, 5 en 8.
Gebruik daarbij de tekst in je leerboek op blz. 24 en 25.
Je hebt 15 minuten de tijd.
Je mag zachtjes overleggen.

Klaar? Ga alvast aan de slag met de oefenopdrachten over hoofdstuk 2 op blz. 34-36 in je werkboek.
timer
15:00

Slide 7 - Slide

Leven na de dood
  • Egyptenaren geloofden dat je doorleefde na de dood (als je goed geleefd had).
  • Daarom moest je lichaam goed bewaard blijven.
  • --> Mummies.
  • En kreeg je allemaal spullen mee om later te gebruiken in je leven na de dood.
  • --> Potten, geld, eten, soms zelfs slaven.

Slide 8 - Slide

De toets
Vergeet niet om ook de namen van de tien tijdvakken te leren!
Oefen met de begrippen, bijvoorbeeld via Quizlet.
Schrijf op de toets je antwoorden zo duidelijk mogelijk op.


Slide 9 - Slide

Begrippenbingo
Je krijgt een bingokaart.
Ik lees een beschrijving van een begrip voor.
Jij streept het begrip door dat bij de beschrijving past.
Valse bingo = liedje zingen.
Goede bingo = prijs.

Lees goed je bingokaart door en zoek de begrippen op in hoofdstuk 1 en 2, op welke beschrijvingen moet je straks letten?

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Ga alvast aan de slag met de oefenopdrachten over hoofdstuk 2 op blz. 34-36 in je werkboek.
Lees de teksten in je leerboek en markeer de belangrijkste zinnen.
Leer de begrippen.
Bekijk de LessonUps in Classroom nog eens.

Slide 11 - Slide