Vwo 4 Nectar 3.1

1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze periode (TW1)
  • Hoofdstuk 1: Gedrag
  • Hoofdstuk 3: Onderzoek


Slide 2 - Slide

Deze periode (TW1)

Slide 3 - Slide

Deze periode (TW1)

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 3.1

Slide 5 - Slide

Onderzoeken wat de invloed van een onafhankelijke variabele op een andere (afhankelijke) variabele is.

Volgorde onderzoek:
  1. Formuleren onderzoeksvraag
  2. Vaststellen variabelen
  3. Uitvoeren experiment
  4. Controle-experiment
Experimenteel onderzoek

Slide 6 - Slide

Onafhankelijke variabele
-wat je weet (waarde door onderzoeker gekozen, wordt gevarieerd)
-voorbeeld tijd: elke 10 minuten meten
-voorbeeld temperatuur: zie afbeelding

Afhankelijke variabele
-wat je meet (resultaat van experiment)
-voorbeeld tijd: meten hoelang een reactie duurt
-voorbeeld temperatuur: meten hoeveel graden de temperatuur stijgt bij een reactie
Variabelen

Slide 7 - Slide

Variabelen

Slide 8 - Slide

Inleiding

Onderzoeksvraag:

  • eenduidig
  • geen ja/nee vraag 


Hypothese:
  • voorlopig antwoord op onderzoeksvraag

Materiaal en methode (onderdeel werkplan):
  • materialen die nodig zijn voor het experiment
  • manier waarop het experiment wordt uitgevoerd -> moet reproduceerbaar zijn!

Onderzoeksverslag

Slide 9 - Slide

Resultaten en verwerking:
  • tekst
  • tabellen en diagrammen 


Conclusie:
  • antwoord op onderzoeksvraag

Discussie:
  • kritisch kijken naar onderzoek: valide?
  • wordt de hypothese bevestigd?
  • verklaring voor gevonden resultaten
  • verbeterpunten
  • eventueel vraag voor vervolgonderzoek

Onderzoeksverslag

Slide 10 - Slide

Betrouwbaar onderzoek voldoet aan het volgende:
  • valide: 1 variabele, overige omstandigheden gelijk 
  • proefgroep en controlegroep
  • voldoende proeforganismen
  • reproduceerbaar (bij herhaling dezelfde resultaten)
Betrouwbaar onderzoek

Slide 11 - Slide

Wat is de eerste stap bij een natuurwetenschappelijk onderzoek?
A
hypothese
B
onderzoeksvraag
C
discussie
D
resultaten

Slide 12 - Quiz

Zet de onderdelen van een natuurwetenschappelijk verslag in de juiste volgorde
Materiaal en methode
Resultaten
Conclusie
Onderzoeksvraag
Discussie
Hypothese

Slide 13 - Drag question

Wat is de hypothese?
A
lijst met materialen
B
methode
C
conclusie
D
voorlopig antwoord onderzoeksvraag

Slide 14 - Quiz

Welk van de volgende is GEEN regel van experimenteel onderzoek doen?
A
Je moet een controle-experiment uitvoeren
B
Je moet vervolgonderzoek uitvoeren
C
Maar één factor mag variëren
D
De onafhankelijke en afhankelijke variabele zijn duidelijk benoemd

Slide 15 - Quiz

Onderzoek: 2 jongens gaan eerst 2 km wandelen. Daarna rennen zij hetzelfde stuk. Alle andere omstandigheden zijn verder gelijk.
Bij beide jongens wordt de toename van de hartslag gemeten.
Wat is ONJUIST aan deze methode?
A
Er is geen onafhankelijke variabele
B
De groep is te klein
C
Er is geen afhankelijke variabele
D
Er is niks gezegd over de omstandigheden

Slide 16 - Quiz

Wat is je afhankelijke variabele in een experiment?
A
dat wat je meet in een experiment
B
dat wat je verandert in een experiment

Slide 17 - Quiz

Wat is hier de onafhankelijk variabele?
A
de groepen
B
jongens
C
aantal kinderen
D
meisjes

Slide 18 - Quiz

Wat is in dit
experiment de
afhankelijke variabele?
A
de hoeveelheid zetmeel
B
de temperatuur
C
de hoeveelheid gevormde maltose
D
de snelheid van de enzymen

Slide 19 - Quiz

Wat is een juiste onderzoeksvraag?
A
Of de plantjes met plantenvoeding harder groeien
B
Groeien plantjes die water met plantenvoeding krijgen harder dan plantjes die alleen water krijgen?
C
Wat is de invloed van plantenvoeding op de groei van plantjes?
D
Groeien plantjes met plantenvoeding harder dan zonder?

Slide 20 - Quiz

Waar komt in een natuurwetenschappelijk verslag een grafiek van de bevindingen?
A
conclusie
B
materialen en methode
C
resultaten en verwerking
D
discussie

Slide 21 - Quiz

Wat is de onafhankelijke variabele bij dit experiment?
A
aantal belletjes koolstofdioxide
B
tijd
C
temperatuur
D
concentratie koolstofdioxide

Slide 22 - Quiz

Wat was de onderzoeksvraag bij deze resultaten?
A
Welke temperatuur vinden gistcellen het fijnst?
B
Wat is de invloed van kooldioxide op de activiteit van gistcellen?
C
Wat is de invloed van de temperatuur op de activiteit van gistcellen?
D
Heeft temperatuur invloed op de activiteit van gistcellen?

Slide 23 - Quiz

Wat kan een onderzoeksvraag zijn bij dit onderzoek?
A
Welke handelingen van de woestijnspringmuis vormen samen een gedragsketen?
B
Wat is de invloed van luchtvervuiling op het aantal nakomelingen van de woestijnspringmuis?
C
Hoelang eet een woestijnspringmuis?
D
Welke gedragselementen vertoont een woestijnspingmuis en welk voedsel wordt gegeten?

Slide 24 - Quiz

Wat is GEEN juiste onderzoeksvraag?
A
Groeit een plant beter in het licht of in het donker?
B
In welke mate gebruikt een aardhommel herkenningspunten om het nest terug te vinden?
C
Welk verschil is in gedrag tussen scharrelkippen en vrije uitloop kippen?
D
Wat is het effect van temperatuur op de groei van blauwalg?

Slide 25 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een onderzoeksvraag?
A
Heeft licht invloed op de groei van tuinkers?
B
Wat is de invloed van licht op de groei van planten?
C
In welke mate heeft licht invloed op de groei van tuinkers?
D
Wat is de invloed van licht en water op de groei van tuinkers?

Slide 26 - Quiz

Stel ik wil weten wat de groeisnelheid is van baby's in Nederland. Ik ga 1 dag naar het consultatiebureau en meet alle baby's. Is dit onderzoek betrouwbaar?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Stel ik wil weten wat de groeisnelheid is van baby's in Nederland. Ik ga 1 dag naar het consultatiebureau en meet alle baby's.

Leg uit waarom dit onderzoek NIET betrouwbaar is!

Slide 28 - Open question

Wanneer is een onderzoek NIET valide?
A
Minimaal 2 variabele factoren
B
Proefgroep en controle groep
C
Slechts 1 variabele factor
D
Grote groep proefpersonen

Slide 29 - Quiz

Onderzoek naar kieming van zaden.
Zie proefopstelling in de afbeelding: 4 petrischalen met verschillende omstandigheden.
Is dit een geschikte opstelling voor het onderzoeken naar de invloed van verlichtingssterkte op de kieming.?

A
Ja, er worden twee verschillende verlichtingssterkten gebruikt.
B
Nee, want er zijn slechts twee verlichtingssterkten, dat is te weinig
C
Ja, want er zijn voldoende zaden om valide onderzoek te doen.
D
Nee, want er zijn 2 variabelen dus het onderzoek is niet valide

Slide 30 - Quiz

Leerdoelen 3.1

Slide 31 - Slide


  • Lezen paragraaf 3.2 (5 min!)
  • Maken 3.1: opdracht 3, 6, 7, 8
Huiswerk

Slide 32 - Slide