Inleiding oncologie

Inleiding oncologie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Inleiding oncologie

Slide 1 - Slide

Deze les
Herhaling cellen en weefsels
Inleiding oncologie
Terugblik toets

Slide 2 - Slide

Menselijk lichaam
  • Opgebouwd uit cellen
  • Alle cellen bij elkaar vormen het menselijk lichaam
  • Een groot geheel van 10.000 keer de wereldbevolking
  • (Het menselijk lichaam bestaat uit 
  • ongeveer 3 miljard cellen.)


Slide 3 - Slide

Cellen
Verschillend in vorm
Verschillend in functie
Vorm en functie gekoppeld aan elkaar

Slide 4 - Slide

Weefsels
  • Groep cellen met dezelfde vorm                                                                en dezelfde functie

  • Voorbeelden: spierweefsel,                                                   zenuwweefsel

Slide 5 - Slide

Organen
  • Groep verschillende weefsels die samenwerken
  • Een orgaan heeft een of meerdere functies
  • Voorbeeld hart (circulatie) 

Slide 6 - Slide

Orgaanstelsel
  • Een groep van organen die samenwerkt
  • Belast met een bepaalde functie
  • Voorbeelden:

Slide 7 - Slide

Mensen bestaan uit ...
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen
C
menselijke cellen

Slide 8 - Quiz

Uit hoeveel verschillende soorten cellen bestaat het menselijk lichaam?
A
100 verschillende cellen
B
10 miljard verschillende cellen
C
3 miljard verschillende cellen
D
200 verschillende cellen

Slide 9 - Quiz

Opbouw van een cel
  • Celmembraan: buitenkant van de cel (semipermeabel)
  • Protoplasma: stroperige vloeistof waarin zich levensprocessen afspelen
  • Kern of nucleus (bolvormig)
  • Kernmembraan (buitenkant kern met poriën)
  • Kernplasma (protoplasma in de kern)
  • Chromosomen (in kernplasma, 46)
  • Genen (in de chromosomen)

Slide 10 - Slide

Gewone celdeling (mitose)
Ontstaan van nieuwe cellen (productie)
Afsterven oude cellen (afbraak)
Celdeling ingewikkeld proces
Door kerndeling
Chromosomen kopiëren zichzelf

G1 > eiwit P53

Slide 11 - Slide

Hoe ontstaat kanker?

Slide 12 - Open question

Cijfers
  • Op dit moment leven ruim 900.000 mensen met kanker in Nederland.
  • In 2023 werd bij 128.000 nieuwe patiënten kanker vastgesteld, 2.000 meer dan in 2022.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Tumorvorming
  • Kanker: ontregelde celgroei. 
  • DNA beschadigd.
  • Hierdoor ontstaat een woekering van cellen.
  • Verandering is onomkeerbaar
  • Betreft met name de belangrijkste celgroeiregulerende genen
  • (oncogenen)
  • Gevolg:
  • • Ongeremde celdeling
  • • Ontregelde groei die eigen weg gaat (autonomie groei)
  • • Weefsel groeit tot abnormale proportie

Slide 15 - Slide

Wat is het verschil tussen een tumor en zwelling?

Slide 16 - Open question

Goedaardig (benigne)
✓ Niet levensbedreigend
✓ Cellen lijken op oorspronkelijke
✓ Celspecifieke eigenschappen kunnen behouden blijven

✓ Groeit langzaam
✓ Groeit expansief

✓ Vaak bindweefselkapsel om tumor


Kwaadaardig (maligne)
✓ Levensbedreigend
✓Cellen wijken af van oorspronkelijke (goed gedifferentieerd, weinig gedifferentieerd, ongedifferentieerd)
✓ Groeit snel
✓ Groeit dwars door alles heen
(infiltratieve groei)
✓ Uitzaaiingen via bloed of lymfeba

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Soorten kanker
• Solide kanker
✓ Ontstaat in een orgaan;
✓ Solide betekent: vast, hecht en stevig.
✓ Door de ongecontroleerde celdeling ontstaat er een gezwel.
✓ Voorbeelden van solide kankersoorten zijn: darmkanker, borstkanker, longkanker
• Niet-solide kanker
✓ Ontstaat in weefsels of cellen die op verschillende plaatsen in het lichaam zitten.
✓ Niet-solide betekent: vloeibaar of los.
✓ Dus niet in een orgaan, maar in het bloed, het lymfestelsel of het vloeibare deel van het beenmerg.
• Carcinoma in situ: carcinoom in aanleg

Slide 20 - Slide

Naamgeving naar type
Carcinoom: meest voorkomende: ontstaat vanuit epitheelcellen > bedekken oppervlakte van het lichaam (binnen en buiten).

Voorbeelden meer specifieke tumoren:
Adenocarcinoom: ontstaat vanuit epitheelcellen die lichaamssappen en slijm produceren (longkanker, darmkanker)
Plaveiselcelcarcinoom: bedekken organen en bevinden zich ook in de huid
Urotheelcelcarcinoom: binnenkant blaas, urineleider, nierbekken
Sarcoom; steun- en bindweefsel

Slide 21 - Slide

Oorzaken en risicofactoren - endogeen
  • Leeftijd
  • Viraal: HPV (humaan papillomavirus)
  • Erfelijkheid (Afwijking GEN)
  • Infecties: hepatitis B en C

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Oorzaken en risicofactoren - exogeen
  • Ongezonde levensstijl
  • Contact met chemische stoffen
  • Gebruik van bepaalde medicatie
  • Radioactieve straling
  • UV-straling
  • TOEVAL!!

Slide 24 - Slide

Volgende les
Metastasering
Symptomen
Wonden en ulcera

Slide 25 - Slide

En nu:
  • Voor wie de toets heeft gemaakt en geïnteresseerd is:
Nabespreking toets 
(Niet gemaakt? Dan mag je hier NIET bij zijn)

  • Geen behoefte aan nabespreking of toets niet gemaakt?
Buiten dit lokaal zelf aan de slag met LearnBeat -> Studieplanner

Slide 26 - Slide