3 waterstofatomen,
2 zwavelatomen en
4 zuurstofatomen
B
3 waterstofatomen,
1 zwavelatomen en
9 zuurstofatomen
C
6 waterstofatomen,
1 zwavelatomen en
3 zuurstofatomen
D
6 waterstofatomen,
3 zwavelatomen en
9 zuurstofatomen
Slide 14 - Quiz
Fosfor kan met chloor reageren. Hierbij kan fosforpentachloride ontstaan. Welke onderstaande reactievergelijking is juist?
A
P2+5Cl2−>2PCl5
B
P+5Cl−>PCl5
C
2P+5Cl2−>2PCl5
D
5P+Cl−>P5Cl
Slide 15 - Quiz
Waar zie je hier rechts de juiste formules voor natrium, kalium en koolstofdioxide?
A
antwoord A
B
antwoord B
C
antwoord C
D
antwoord D
Slide 16 - Quiz
Van één van de reacties die bij een buskruitexplosie plaatsvinden, is hieronder de vergelijking gedeeltelijk gegeven.
Welke van de formules K2CO3, K2S en K2SO4 moet op de puntjes ingevuld worden?
A
K2CO3
B
K2S
C
K2SO4
Slide 17 - Quiz
Als je koper in de vlam houdt, reageert het met zuurstof. Hierbij ontstaat de zwarte stof tenoriet. Welk van de volgende uitspraken is juist?
A
Tenoriet is een mengsel, de systematische naam is koolstof.
B
Tenoriet is een ontleedbare stof, de systematische naam is koolstof.
C
Tenoriet is een mengsel de systematische naam is koperoxide.
D
Tenoriet is een ontleedbare stof, de systematische naam is koperoxide.
Slide 18 - Quiz
Geleidt deze stof stroom?
K2O(s)
A
ja, het is een zout
B
nee, het is een vast zout
C
ja, het is een moleculaire stof
D
nee, het is een moleculaire stof
Slide 19 - Quiz
Moleculen van een bepaalde stikstof-zuurstof-verbinding bevatten tweemaal zoveel zuurstofatomen als stikstofatomen. De formule van die verbinding kan zijn:
Wat is juist?
A
geen van beide
B
alleen I
C
alleen II
D
zowel I als II
Slide 20 - Quiz
Wat is de formule van fosfortribromide?
A
FBr3
B
F3Br
C
PBr3
D
P3Br
Slide 21 - Quiz
Bij de ontleding van butaan in de niet-ontleedbare stoffen ontstaan: